r i >S4i geweest. Hun aanwezigheid is voornamelijk verboden als zij in de maandstonden zijn. De knechts vertelden hem dit toen ze een vrouw die een emmer water kwam halen met veel kabaal wegjoegen.’ De minderja rige Wahlen schreef ‘dat hij hierover geen mening had, maar hij dacht dat dit wel zo zou zijn, omdat bekend was als vrouwen in bovengenoemde toestand zijn, zij geen spek mogen uithalen of inzouten omdat deze eetwaar alsdan oneetbaar is.’ Bij Den Burg vond enige jaren later ook een wisseling van de wacht plaats. Melchior Witte overleed in 1876 en zijn beide zoons zetten het bedrijf als vennootschap onder de naam van hun vader C.M. Witte voort. Van de twee broers zien we Johannes Casparus in een leidende rol.49 Schoon wist echter het Fortuin niet tot bloei te brengen en in 1882 zette hij het bedrijf te koop. Johannes Casparus Witte schreef nu de armenmeesteren de nieuwe huurovereen komst alleen op zijn naam te zetten. Schoon kreeg hiervan lucht en liet het college van Schoorl weten dat zijn brouwerij zonder wa- terleverantie onverkoopbaar was. Het college had hier oor naar en wachtte op de verkoop, waarna de huurovereenkomst van 1882 ook met de nieuwe eigenaar van Het Fortuin, de firma Van der Giezen, werd gesloten. Het zal voor Jacob Wahlen een bittere pil zijn geweest dat na het overlijden van zijn stiefvader in 1870 zijn stiefbroer Willebror- dus Johannes Schoon in 1871 de brouwerij overnam. Jacob Wahlen, inmiddels gehuwd, vertrok naar Utrecht waar hij vertaler werd. 59 49 De andere broer heette Francis Xaverius Maria Witte. De Laat, gezien van de Koorstraat, met rechts Het Fortuin (foto 1871, Regionaal A rchief Alkmaar) Cornelia Wahlen (1838-1920) en Johannes Casparus Witte (1837-1898). Olieverf Everardus Witte SrfF Jd

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2020 | | pagina 59