omstreken
Grootdammer polder,
watervoorziening voor Alkmaar en
2
Rond 1150 bestond Alkmaar uit niet meer
dan enkele boerderijen met wat woonhuizen.
De nederzetting lag op een uitloper van een
strandwal aan de riviertjes de Rekere en het
Die. Via het Zeglis en Schermeer stond het in
verbinding met de omstreeks die tijd ontstane
Zuiderzee. Alkmaar was in grootte nog verge
lijkbaar met de buurschappen aan de duin
zoom. Maar Alkmaar ging door zijn gunstige
ligging een regionale functie vervullen, daarbij
geholpen door graaf Willem II die de stad
in 1254 stadsrecht verleende uit dank voor
haar steun in de strijd tegen de West-Friezen.
Alkmaar groeide daarna snel en telde in in het
jaar 1400 ongeveer 3000 inwoners, toen nog
evenveel als Amsterdam, maar minder dan de
Hollandse steden Dordecht, Haarlem, Delft,
Leiden of Gouda. De groei zette door en in
1560 huisveste Alkmaar 8000 mensen.1
Een minder bekend product dat de omgeving
bood was het duinwater. Het werd gebruikt
als grondstof voor bier. Het duinwater liep via
duinrellen naar de Grootdammer polder waar
het door de brouwers met waterschuiten werd
gehaald. Uit onderzoek in archieven bleek dat
Alkmaar eeuwenlang hiervan gebruik maakte.
Daarnaast vormde het bij droogte voor de be
woners achter de Westfriese dijk een welkome
aanvulling op hun drinkwatervoorraad.
In deze bijdrage kijken we eerst naar de
drinkgewoonten van vroeger. Hoe kwamen
de bewoners van Alkmaar aan hun dagelijkse
behoefte aan vocht? Vervolgens verkennen we
de Grootdammer polder, het waterwingebied.
Dan komen de afspraken tussen Alkmaar en
de Schoorlse buurschappen ter sprake. Wat
waren de infrastructurele voorzieningen en de
organisatie om het schone water in de stad te
De nabij gelegen dorpjes profiteerden van
die ontwikkeling. De buurschappen op de
geestgronden, waaronder Groet, Bregtdorp,
Buitenduin en Schoorl, leverden graan, vlees,
kaas en melk en vlas voor de linnennijverheid.
Het aan zee gelegen Petten voorzag Alkmaar
van zoutwater voor de zoutketens, schelpen
voor de kalkovens en bokking. Hargen leverde
naast agrarische producten ook zand en schel
pen. Via de Hoevervaart bracht Egmond aan
Zee schelpen en verse vis naar de stad.
42
Grootdammer
polder, Catrijper
Moor met duinen op
de achtergrond
(foto Henk Stapel,
2020)
Q
d
Q
O
O
O
1 Herman Kapitein, ‘Streekcentrum in wording’
in: Geschiedenis van Alkmaar.