1111 H 11111111111111
Waaraan ze gestorven waren kon ze niet vaststel
len. Tussen de botdelen van een van de slachtof
fers trof ze een musketkogel aan, maar dat hoeft
niet de doodsoorzaak te zijn geweest. Van de an
der was het linker scheenbeen gefragmenteerd.
Daaruit viel eveneens geen conclusie te trekken.
Is dit soms het gat in de dijk waar de Binnen
weg de dijk doorsnijdt? Spruytenburgh tekende
op zijn kaart van 1730 daar twee weggetjes, één
in de verlengde van wat nu Van Lienenswegje
heet en de ander in het verlengde van de Bin-
overeenstemming met schriftelijke bronnen
die aangaven dat Vandamme die dag de 42e en
45e demi-brigade leidde.
Wat herinnert nog aan de strijd?
Kuijper schreef dat hij drie coupures in de
Slaperdijk heeft aangetroffen. De coupure bij
de sluis is al genoemd. Die coupure is gebleven
en voorzien van schotbalken om in nood de
dijk te kunnen sluiten.10 In 1981 is de coupure
dichtgemetseld en in 2015 voorzien van een
hydraulisch bedienbare keerdeur, zoals te zien
op de eerste foto in dit artikel.
Verder spreken de genoemde notulen ‘van een
overblijfsel van een batterij’ die is aangelegd
‘op het Westeinde van deeze Dijk’. Deze ‘uit-
graving dwars over de dijk’ is de derde coupure
van Kuijper, aangelegd door de Fransen.11 Zijn
er nog sporen van die coupure?
Na het wassen van de botten stelde Van der
Linden uit fysisch antropologisch onderzoek
vast dat het twee mannen betrof, één tussen
20 en 29 jaar oud, de ander een volwassene
ouder dan 20 jaar. Ze zag een afwijking aan de
wervelkolommen en schrijft: ‘deze botafwijking
komt veelvuldig voor bij soldaten door hun
zware lichamelijke inspanningen, in combi
natie met het lopen over lange afstanden met
enorme bepakking’. Voor het bepalen van hun
lengte gebruikte ze verschillende methodieken.
Dat gaf een uitkomst van 179 tot 184 cm voor
de één en van 181 tot 184 cm voor de ander.
Beiden waren dus lang, wat er op wijst dat het
mogelijk grenadiers waren, soldaten die bij de
frontale aanval het meeste risico liepen.
In de zuidelijke kuil (spoor 1) lagen diverse
botten. Door verstoringen van het graf lagen
ze niet meer in anatomisch verband. Uit de
verzameling botten kon Van der Linde wel op
maken dat het om de resten van minimaal drie
personen gaat. Dit bracht het aantal slachtof
fers in beide kuilen op minimaal vijf personen.
Een tweede coupure was door de Fransen
aangelegd, volgens de notulen van een verga
dering van de dijkgraaf, hoofdingelanden en
hoogheemraden van de ‘Hondsbossche en
Duinen te Petten’. Waar die lag is onduidelijk.
Er is ook niets meer van waar te nemen.
Voor de identificatie van de nationaliteit van
de soldaten waren de koperen uniformkno-
pen doorslaggevend. De gevonden knopen
toonden ze dat ze tot (het derde bataljon)
van de 42e demi-brigade behoorden, geheel in
21
10 Zie foto Balkenbrug, Scoronlo Jaarboek 2019, 29.
11 Brief Kuijper, 30 november 1799.
uniformknoop 42e
demi-brigade
(foto Dautzenberg)
Gesp
(foto Dautzenberg)