Hopman, Mob en Jan Beets, Gé Meerenboer,
Maarten en Kees Bakker, Gerard Visser, Jan
Hof, Jan Groenland, Doek Bootsma, Paul
Rietveld en Charles Loots. De een was bakker,
de ander machinebankwerker, en een derde
tuinder.
Doek Bootsma en Paul Rietveld ploegen met
hun motoren van het merk Ariel, type Slooper
en Pony, de grasbaan om. Zo ontstaat in elke
bocht een steile helling. Later komen daar
dalen en heuvels bij. En zelfs een springplank.
De jongens, en het enkele meisje, rijden met
hun motoren door de tuin van ome Co en
dan, over de sloot, het achtergelegen land in.
Iedere zondag maken ze hun rondjes en hou
den onderlinge wedstrijden. Ome Co staat
erbij Gestoken in zwart ribfluwelen pak, alpi
nopet op zijn hoofd, klompen aan zijn voeten,
ziet hij toe dat het alles netjes verloopt. Wie
zich niet aan de regels houdt, krijgt daar wat
van te horen. Het is goed dat de jongens van
de straat zijn en een mooie hobby hebben,
maar het moet geen rommeltje worden. Wie
een vlag omrijdt, moet die terugzetten. De
meesten dragen Ome Co op handen. Een
enkele vindt hem te streng en stopt met rijden.
Aan de ketting
november 1956
Autoloze zondag geldt ook voor motoren
Op een zondagmiddag in november 1956
komt de politie langs bij het motorveld. Door
de Suezcrisis is die maand de autoloze zondag
ingesteld om benzine te sparen. Het zondagse
motoren aan de ketting
hellingen en kuilen in het parcours, Jan Beets
oefenen op de springplank
sleutelen, Ome Co met alpinopet en Paul Rietveld
41