alleenstaande Teunis kon zich dus goed redden en
was in die periode zeker niet armlastig.
In 1899 komt zijn naam voor in het strandings
rapport van de Groninger gaflelschoener Antjelina
die in een vliegende novemberstorm 's middags
op strandhoofd 4 van de zeewering liep. De red
ders van Petten konden de zes opvarenden via de
wippertros aan de wal krijgen.56 De bemanning
had hen hiervoor uit de steng van de mast een
lijn toegeworpen.57 Het was voor de redders geen
heldhaftige redding, maar de opvarenden zullen er
niet minder dankbaar om zijn geweest.
In augustus 1902 redde hij als schipper van de
reddingboot drie Urker vissers van hun omge
slagen boot. Dit is volgens zijn eigen opgave.
Een strandingsrapport hiervan is niet aanwezig.
Een tragische gebeurtenis zou Teunis leven
ingrijpend veranderen. In september 1903
kwam de 28-jarige Jacob Eduwaard om bij een
bedrijfsongeval. Jacob was de zoon van zijn
zuster Maartje Brouwer en Cornelis Eduw
aard, een voerman uit Stad aan 't Haringvliet
die in de Haarlemmermeer was gaan wonen
en daar zijn vrouw leerde kennen. Hun zoon
Jacob werd eveneens koetsier. Hij trouwde
in maart 1903 met zijn volle nicht Aaltje
Welcker, dochter van Guusje Brouwer en
Jacob Welcker, timmerman uit Callantsoog.
Jacob zou de geboorte van hun eerste kind
vier maanden later in januari 1904 niet meer
meemaken. De zoon kreeg de naam van zijn
overleden vader, Jacob Eduwaard58.
Er bestond in die tijd nog geen sociale wetge
ving die Aaltje Eduwaard-Welcker van een we
zen- en weduwenuitkering of bijstand voorzag.
Aaltje en haar baby waren voor hun levenson-
Middelbuurt
Petten, omstreeks
1900. Pietertje
Langedijk woonde
in het vierde huis
gerekend vanaf de
kerk
56 NHA, NZHRM, toegang 63, inv. nr. 24,
strandingsrapport Petten, Antjelina
57 Een steng is het bovenste deel van de mast, een
verlengstuk.
Reddingvlet Petten,
in dienst vanaf
1922. De boeren
Nottelman en Eriks
uit Het Vlak lever
den de paarden.
(collectieJ.W Wolf,
Petten)
58 De achternaam komt ook als Eduaard of Eduard
voor in documenten.
35