r. de onstuimige zee. Maar aan de wal overleed de dappere Fransman door uitputting en onderkoe ling. De opvarenden vierden vervolgens een lijn vanaf het schip. Deze kon door de redders met een werplijn worden gepakt. Een wippertros kon nu worden gezet en de Fransen werden in de broek van het wippertuig naar land getrok ken. Teunis en andere redders waadden tot hun borst in het ijskoude water om de Fransen die onbekend waren met de werking van het wip- pertuig aanwijzingen toe te schreeuwen en hulp te bieden. Het lukte de drie bemanningsleden veilig aan wal te krijgen. De namen van de redders uit Petten versche nen in de Alkmaarse krant, maar niet die van de mannen uit Schoorl.50 Na een ingezonden brief corrigeerde de krant dat in een volgende uitgave.51 Teunis ontving een getuigschrift voor zijn inzet en een bedankbrief van de Franse regering. Zijn broers Jan en Pieter had- Gemeente kaart uit 1950 met in het midden de Jean Bart Blink(erd) 50 NZHRM-verslag 1889 en Alkmaarsche Courant, 13 februari 1889 51 Alkmaarsche Courant, 24 februari 1889. De Schoorlaars waren: De broers H.Jb. en C. Kuijper uit Camperduin, P. Roozing (Mogelijk is dit een vergissing van de krant, want hij woonde in Petten), C. van der Oord en Cornelis Knoef (woonde volgens Muelink aan de Wagemakersweg 18, Groet). den ook geholpen bij de redding, maar in een minder prominente rol. Het lekke schip verbrijzelde. Het zou niet meer van het strand weg komen. Een deel van de inventaris werd geborgen. Veel van de onderdelen die nog bij en in het wrak waren, zoals kettingen, ankers, ra's en gescheurde zei len werden ruim een week na de schipbreuk in het logement de 'Staande Leeuw' te Groet door notaris Gouw geveild.52 Van het wrak zou niets meer overblijven. Het werd gesloopt door de zee en, mogen we gerust aannemen, vooral door de inwoners van Camp, Hargen en Groet. Het is niet voor niets dat de duin top, die hen de weg door de duinen naar het wrak wees, de naam Jean Bart Blinkerd kreeg. Op zich heel bijzonder, want Jean Bart (1650 1702) was een Duinkerker kaper. In Frank rijk is hij nog steeds een held en draagt een marineschip zijn naam, bij ons was hij vroeger gevreesd. Een nieuw leven met Aaltje In financieel opzicht ging het steeds beter met Teunis. Zeker nu hij de kosten voor een gezin niet meer droeg. Zijn moeder Pietertje Brou- wer-Langedijk woonde haar laatste levensjaren aan de Middelbuurt. Daar overleed ze in 1884. Ofze ooit wat geërfd heeft van haar biologische vader en dit nu haar kinderen naliet, weten we niet. Wl weten we dat Teunis na haar overlijden over een kapitaaltje beschikte waarvan hij in 1890 in Sint Maartensvlotbrug een huis met een stukje grond kocht.53 Het is niet ongebruikelijk dat een dijkwerker wat bijverdiende met het houden van wat schapen en de verbouw van aardappelen en groenten.54 Drie jaar later kocht hij op die plek nog een stukje grond erbij. Rond de eeuwwisse ling bezat hij in Petten een huis waarin hij woonde en had hij een aandeel in een huis met erf in Pet- ten.55 Dat aandeel zal hij wel hebben geërfd. De 52 Algemeen Handelsblad, 16 februari 1889. 53 Notarieel archief, Zijpe percelen Gn 838 en 839 voor 535 op 25 oktober 1880. 54 Informatie van Piet Glas, afstammeling van redder Piet Glas en van moederszijde van de reddersfamilie Bakker. 55 Hij woont in B 11 (huis met erf) en heeft 2/3 aandeel in de percelen (huis met erf) 306 en 307 ol mrgr-n u i Cav.fKiut* iU r<»Wi - 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2019 | | pagina 34