Alkmaar heeft een kopie van de oorkonde van
Teunis Brouwer.46
Scheiding van Henderika
Het door zwangerschap gedwongen huwelijk
van Teunis en Henderika hield nog geen zes
jaar stand. In 1886 woonde Henderika alleen
in Haarlem, waar ze een meisje Catharina
kreeg. De geboorteaangifte werd door de
vroedvrouw in aanwezigheid van een gemeen
teambtenaar gedaan. Het kind kreeg de ach
ternaam Brouwer, maar dat kon waarschijnlijk
niet anders want Teunis en Henderika waren
nog getrouwd. Tekenend is dat Teunis drie
maanden later van zijn vrouw scheidde. Een
jaar later hertrouwde Henderika met Heinrich
Ernst Wilhelm Röbken, een Duits stukadoor
die zich in Haarlem had gevestigd. Ze kregen
samen een aantal kinderen.
Was Teunis die in Petten verbleef wel de vader
van Catharina? De voornaam Catharina
lijkt een aanwijzing dat Teunis niet betrok
ken was, want de naam Catharina komt in de
familie Brouwer niet voor. Dochter Catha
rina trouwde in 1906 met een machinist van
de marine. De toen twintigjarige Catharina
woonde voor haar huwelijk in Petten vol
gens de huwelijksacte. Waarom was ze vanuit
Haarlem naar Petten getrokken? Was ze haar
moederlijk huis ontvlucht en had Teunis zich
over haar ontfermd? Dat moet haast wel, want
het meisje dat haar jeugd in Haarlem door
bracht zal in Petten alleen haar 'vader' Teunis
hebben gekend. Op het huwelijk in Amster
dam waren haar moeder en Röbken getuigen,
maar Teunis was niet aanwezig en verleende
schriftelijk toestemming per notariële acte.47
Kennelijk wilde hij zijn ex-vrouw en haar man
niet zien. Of was hij niet welkom?
Henderika Vos overleed in 1921, Röbken in 1934,
beiden in Haarlem. Teunis hertrouwde niet meer.
Teunis wordt visser
In het najaar van 1888 vroeg Teunis Brouwer
toestemming aan de Commissaris der Konin
gin van Noord-Holland om aan de voet van de
Rijksduinen bij de strandopgang zijn sloep neer
te mogen leggen. Bij betoogde dat op die plek
de duinbeplanting niet beschadigd zou worden.
Ter bescherming tegen kwaadwilligen en tegen
weer en wind wilde hij er een 'rondte' over
heen maken voor de momenten dat hij de boot
niet gebruikte. Hij had de boot nodig voor
zijn werk als werkman en visser, schreef hij. Hij
zette zijn pleidooi kracht bij door te vermelden
dat de boot ook nut kan hebben bij ongelukken
met de reddingboot 'zoals bewezen op 4 de
cember 1882 bij Callantsoog toen ondergete
kende met een sloep een deel van de mensen uit
de omgeslagen reddingboot redde'.48 Duidelijk
is dat hij naast werk aan de dijk nu ook af en
toe viste om in zijn inkomen te voorzien.
Stranding Jean Bart
Op 9 februari 1889 trok een noordwesterstorm
over ons land. Kranten berichtten dat een wijzer
van de klok van de Westerkerk in Amsterdam
door het natuurgeweld brak, de reddingboot
van Texel van zijn wagen woei en half Rotterdam
onder water stond door het extreem hoge water.
Bij Camperduin sloegen delen van het duin weg.
In dit weer verdaagde in een hoge zee de Franse
driemast barkJean Bart. Het schip uit Saint
Brieuc in Bretagne voer onder kapitein Ropers
in ballast van Antwerpen naar Sunderland in
Engeland. Om half twaalf in de ochtend strand
de het, één kilometer ten zuiden van Camper
duin (bij paal 27). Bij de stranding sloegen vier
opvarenden overboord en verdronken. De vier
andere bemanningsleden wachtten hun redding
af. Burgemeester Johannes Peeck van Schoorl
waarschuwde zijn collega Arie Eriks van Petten,
beheerder van het plaatselijke reddingstation.
Het wippertuig met het lijnwerptoestel ging
over de Hondsbossche naar Camperduin.49
Daarna moest het reddingmaterieel in hevige
sneeuwbuien over onverharde paden door de
duinen. Pas om half drie in de middag waren de
redders ter plaatse. Vanwege de hoge waterstand
werd het lijnwerptoestel in de duinen opgesteld.
Stoppels van het net gemaaide helmgras sneden
echter de vier overgeschoten lijnen door. Een
Fransman zwom daarop met een lijn naar de wal,
maar raakte in moeilijkheden en liet de lijn los.
Teunis ging te water en wist hem te redden uit
46 RAA, Gemeente Petten, inv.nr. 497.
47 NHA, huwelijksregister Amsterdam, 1906.
48 RAA, Gemeente Petten, inv.nr. 49.
49 Enkele jaren later, in 1894, kreeg de NZHRM
toestemming het werkspoor op de dijk te mogen
gebruiken.
33