dingboot van Callantsoog de enige passagier en de echtgenote van de kapitein van boord.38 De rest van de opvarenden wensten aan boord te blijven. De kapitein verzocht sleepboothulp om zijn schip vlot te trekken. In de loop van de ochtend ging de reddingboot een tweede keer naar de Engelsman. Dit keer vroeg de ka pitein enkele redders aan boord te komen om te helpen de lading overboord te zetten, zodat het schip lichter zou worden en eerder vlot zou raken. Zes Callantsoger redders stapten vrijwillig over en de reddingboot onder schip per Adriaan Vos keerde met een halve beman ning terug naar het strand.39 De reddingboot nam de zwemvesten van de achterblijvers mee. Dat zou later vier van hen fataal worden. 's Middags arriveerden de sleepboten Hercules en Stad Amsterdam van rederij Zurmühlen uit het Nieuwe Diep. Vergeefs probeerden ze het schip los te trekken. Tegen het vallen van de duisternis keerden de slepers terug naar hun haven. Ondertussen was de wind aangezet en de zee onstuimig geworden. De reddingboot voer nu een derde keer naar de Strathmore om de Callantsogers en een deel van de bemanning van boord te halen. De onvolledige redding bootbemanning werd aangevuld met roeiers uit Huisduinen en Petten. Langszij de Strath more stapten 23 personen in de reddingboot waaronder de zes Callantsogers. Samen met de reddingbootbemanning bevonden zich 35 personen in de boot. Op de terugweg stootte de zwaarbeladen boot op een bank en sloeg door een achterin komende breker over de kop. Sommigen wisten zich aan de omgeslagen boot vast te klampen of op de romp te klimmen. Anderen moesten zich zwemmend boven water zien te houden. Burgemeester G.C. Hulst van Callantsoog, voorzitter van de plaatselijk com missie van de NZHRM, leidde een reddingac tie met een boei aan een lijn. Het lukte echter niet op deze wijze de drenkelingen te bereiken. 38 Algemeen Handelsblad, 5, 6, 14, 18 en 19 december 1882, De Tijd7 december 1882, De Standaard, 8 december 1882. KNRM, NZHRM- jaarverslag 1882. 39 NHA, toegang 63, NZHRM, inv.nr. 42, brief Hulst 6 januari 1883 Velen waren getuige van het drama dat zich voltrok. Op het strand was veel volk aanwezig vanwege het geld dat met de berging van het katoen te verdienen viel.40 Onder hen waren ook Teunis Brouwer uit Petten en Jacob Duit, Jacob Zeeman en Reyer Lamaire uit Huisduinen. Zij sprongen in een vlet en roeiden met gevaar voor eigen leven in de branding naar de omgeslagen reddingboot. Ze visten twee Engelsen en een Hollander uit het water. Anderen werden van de romp de vlet in getrokken. Voor negen personen kwam hulp te laat: drie Engelsen, vier Callants- ogers en twee Pettemers verdronken. De slacht offers uit Callantsoog behoorden tot de groep die aan boord was achtergebleven om lading te lossen en hun zwemvest hadden afgestaan. Beide Pettemers hadden de reddingbootbemanning aangevuld op de derde tocht. Burgemeester Hulst van Callantsoog zond een telegram naar zijn collega Eriks van Petten met het verzoek hun reddingvlet te sturen omdat er nog twaalf bemanningsleden op de Strathmore zaten en de eigen reddingboot zwaar was beschadigd. Het zat niet mee want vanwege onderhoud aan een strandhoofd bij Petten was Callantsoog over strand niet te bereiken. De paarden met wagen en redding boot moesten een omweg langs het Noord- hollandsch Kanaal maken. Pas de volgende Sleepboot Hercules voor Harlingen olieverf, PJ Sterkenburg (Fries Scheepvaart museum Sneek) 40 Vliegend Blaadje, 2 januari 1883. Bremer, Roeiredders aan het Marsdiep, 86-87. Er werden 4450 van de 6640 balen gelost. De bergers ontvingen 9 gulden per baal. Voor velen leverde dit wel een half jaarinkomen op. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2019 | | pagina 31