lA 'M-
X
De NZHRM nam deze vlet over. De kerkenraad
stemde in met voortzetting van de opslag in de
kerk. Pieter Langedijk werd de eerste plaatselijk
beheerder van het reddingstation Petten.32 Hij
kreeg het beheer over het materieel en moest voor
een geoefende bemanning zorgen. Dat laatste was
in Petten geen probleem. Er waren voldoende
kustvissers en dijkwerkers. Zij konden roeien in
een vlet en waren vertrouwd met het gedrag van
de zee aan het strand en de voet van de dijk. Zoals
eerder gezegd, het waren stevige kerels die tegen
een stootje konden. Bovendien waren ze gewend
samen te werken. In 1826 kreeg de vlet een boot
wagen en onderdak in een loods in de duinen. Die
zal wel gebouwd zijn van het hout van de loods
van Langedijks maatschappij waarvoor hij een jaar
eerder een sloopvergunning vroeg.33
Bij wisseling van burgemeester ging ook de
taak van beheerder van het reddingstation
over. Voor Van Asperen en later Bollé, die op
zichters bij de Hondsbossche waren, was het
makkelijk dat het merendeel van de beman
ning van de reddingboot dijkwerkers waren.
Vanwege de arbeidsrelatie bestond een weder
zijdse afoankelijkheid, in beider voordeel.
32 Uilkens, De Reddingboot, 286
33 In 1871 werd de houten reddingloods uit 1826
vervangen door een stenen.
Teunis Brouwer en zijn familie
Nu we een beeld van de omgeving en tijd heb
ben waarin Teunis Brouwer leefde zijn we op
het punt aangekomen om op zijn persoon in
te gaan. De grootvader van Teunis, Jan Brou
wer, was smid in de Hazepolder. Tragisch is
dat hij in 1825 Petten verliet met onbestemde
bestemming. Zijn vrouw en drie kinderen
tussen 7 en 14 jaar bleven achter. Wat is er
gebeurd? Bracht de smederij onvoldoende op
en is hij elders gaan werken en daar overleden?
Ofliet hij zijn gezin in de steek? Feit is dat
Jacob Brouwer, de vader van Teunis, vanaf zijn
elfde jaar opgroeide zonder vader. Jacob werd
dijkwerker en trouwde in 1836 met Pietertje
Langedijk. De naam van zijn bruid zal de lezer
direct opvallen. Hier volgt een toelichting.
In 1812 beviel de 22-jarige Neeltje Snip uit
Petten van een meisje. De chirurgijn, die als
vroedmeester het kind ter wereld bracht, ging
samen met vader Teunis Snip, loods te Petten, en
een collega-loods op pad naar Schagerbrug voor
aangifte. Petten viel in de Franse periode twee
jaar onder Zijpe en hier was het gemeentehuis.
Opvallend is dat de ambtenaar van de burgerlijke
stand in de geboorteakte de woorden 'voornaam'
en 'naam' die hij eerst schreef daarna doorstreep
te en wijzigde in 'toenaam'.34 Kennelijk vond een
34 RAA, inv. nr. 367, geboorteregister Zijpe 1812.
Links de karren
loods van het Hoog
heemraadschap,
rechts de loods van
de reddingboot. De
werelden van de
dijkwerkers en red
ders waren ook fysiek
nauw verbonden.
(fotoarchief
KNRM, IJmuiden)
29