wel beloodsen, maar de concurrentie van Rijksloodsen werd voelbaar. Bovendien stag neerde de scheepvaart door het Continentale Stelsel waarmee de Britten de handel naar de door Napoleon bezette of met Frankrijk sym pathiserende landen belemmerden. In 1815 herstelde de scheepvaart, maar het Departement van Marine van het nieuwe koninkrijk behield de loodstaak. Den Helder kreeg een loodsdistrict met aan het hoofd een inspecteur. Particuliere loodsen, zoals die van Petten, konden hier niet tegen wedijveren. Ze zagen geleidelijk hun werk verdwijnen. In 1847 woonde nog één zeeloods in Petten en voer nog één loodsvlet om loodsen te brengen of af te halen.24 In 1859 viel het doek definitief toen de Loodswet het beloodsen door particulieren uitdrukkelijk verbood. Dit was de tweede klap voor Petten, na die van de visserij. Een bron van inkomsten die resteerde was de schelpenvisserij. Die vond plaats langs de gehele Hollandse en Belgische kust. De schel penvissers, in deze streek schulper genoemd, visten met een schrobnet de schelpen van de vloedlijn en vervoerden ze in een kar met hoge wielen, getrokken door een paard. De schelpen werd naar een schulpstet ge bracht, een verzamelplaats voor verder transport over water naar de kalkovens. Voor Petten zal deze wel in de Leihoek zijn geweest. In onze omgeving waren in Koedijk en in Alk maar enkele kalkovens. Mogelijk gebruikte de vroegere kalksteenfabriek in Schoorldam ook schelpen als grondstof. De schelpen werden eveneens gebruikt voor verharding van wegen, als bijvoer in pluimveehouderijen en voor iso latie onder de vloeren. De schelpenvisserij was een industriële bedrijfstak van enige omvang, maar het zal duidelijk zijn dat de schelpenvis ser die aan het begin van de keten stond een karig bestaan had. Hij zal aan de welvaart van Petten weinig hebben bijgedragen. Dijkbouw Sinds eind achttiende eeuw ligt de Hondsbos sche en Pettemer Zeewering op zijn huidige plaats. Er bleef voortdurend werk aan de dijk. 24 Dekker, (de pilotage te Petten in de 18e eeuw), 44. Paalschermen vereisten onderhoud. Bij de februaristorm van 1825 sloegen delen weg en hield de dijk het net.25 Herstel was daarna no dig. Er volgden nog vele stormen, met schade als gevolg. Het aantal stenen hoofden werd geleidelijk uitgebreid. Het Heemraadschap van de Hondsbossche werd de belangrijkste werkgever voor de bewoners van Petten en de Hazepolder. Dat was ook zo voor de familie Brouwer: Teunis vader, twee van zijn broers, hijzelf en later zijn pleegzoon werkten aan de dijk. Een zware storm in 1862 was de aanleiding voor de dijkgraaf van de Hondsbossche, de Alkmaarse jurist P.A. Lange, een prijsvraag uit te schrijven voor een goede constructie voor de zeewering. Ir. J.F.W. Conrad won de prijs. Zijn ontwerp was gebaseerd op paalwerk. Jaren verstreken en toen het bijna zover was het ontwerp van Conrad te realiseren overleed in 1869 dijkgraaf Lange. Zijn opvolger, jhr. mr. Cornelis van Foreest, zag de combinatie van paalschermen met daarachter een zand dijk niet zitten. Dat vereiste voortdurend veel onderhoud, naar zijn mening. Hij kwam met een eigen goedkoper plan: een glooiende dijk bedekt met basaltstenen. Hij moest steun voor zijn plan winnen, maar uiteindelijk lukte dat en in 1871 vingen de werkzaamheden aan.26 Teunis, geboren in Petten op 3 november Schelpenvisser bij Egmond aan Zee. 25 Schilstra, De Hondsbossche, 30-32. (Foto Jacob Olie, 26 Aten, Rots in de branding, 10-12. 1904) 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2019 | | pagina 25