ter dan voorheen. In 1828 overleed hij en een jaar later kocht de Alkmaarse rechter mr. Cle mens Sandenbergh Matthiessen uit de boedel de heerlijkheid, inclusief het eigendom van Het Vlak. De overige percelen van de heerlijkheid behoorden ook andere eigenaren toe. De heer van Petten benoemde de schout, secreta ris, strandvonder, visafslager en de dijkgraafvan de Pettemer Polder. Dat waren voor een dorp alle be langrijke functies. In Petten vertrouwde de heer al deze ambten meestal aan één persoon toe. Vanaf 1825 heette de schout burgemeester. De heer benoemde ook de schoolmeester, voorzanger en predikant. Bij de invoering van de nieuwe Grond wet in 1848 werden de heerlijkheden definitief opgeheven. De staat kocht de heerlijkheid van Sandenbergh Matthiessen. Die mocht wel zijn titel behouden, maar dat was een lege dop. De be noeming van burgemeesters geschiedde voortaan uitsluitend door het Rijk. Bij de invoering van de Gemeentewet in 1851 werd het ambt van strand vonder gekoppeld aan dat van burgemeester. De schout, later burgemeester, speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven, zeker in een kleine gemeenschap als Petten. Wie waren dat in periode van Teunis Brouwer en zijn ouders Van vermoedelijk 1806, maar zeker vanaf 1811, tot zijn dood in 1842 was dat de landman (boer) Pieter Langedijk. Hij werd opgevolgd door Teunis van Asperen, opzichter van de Hondsbossche Zeewering. In 1857 werd Christiaan Bollé burgemeester. Hij was net als zijn voorganger opzichter bij de Hondsbos- sche. Vanaf 1875 waren het weer boeren die het burgemeestersambt bekleedden. Eerst Arie Eriks en vanaf 1917 zijn zoon Hendrik Simon Eriks tot Petten in 1929 opging in de Gemeen te Zijpe. Ze hadden hun boerderijen in Het Vlak. Hun (groot)vader Klaas Eriks had deze grond in 1859 gekocht van de erfgenamen van Sandenbergh Matthiessen. Schout Pieter Langedijk Op Pieter Langedijk gaan we nader in omdat hij lange tijd zijn stempel drukte op Petten en, zoals verderop zal blijken, hij een bloedband met Teunis Brouwer had. Jacob Langedijk, de grootvader van Pieter, kwam van Delfshaven en vestigde zich in 1727 Alkmaar, waar hij schoolmeester en voorzan ger werd. Alkmaar kende een aantal kerken van verschillende geloofsrichtingen, maar als schoolmeester moest Jacob lidmaat van de gereformeerde kerk zijn en hij zal daarom wel voorzanger in de Grote - of Sint Laurenskerk zijn geweest. Het ging Jacob goed, want vanaf 1744 woonde hij op de tamelijk welvarende Mient.8 Voor zijn stad maakte hij zich verdien stelijk door bevolkingsstatistieken te leveren. Toen Callantsoog een nieuwe schoolmeester en voorzanger nodig had examineerde hij samen met de schoolmeesters van Egmond en Schagen de kandidaten. Uit het daarvoor opgestelde reglement met de taken van de schoolmeester en voorzanger blijkt de verwe venheid van de school met de kerk. De school meester moest de klok luiden bij bijzondere gelegenheden en in de kerkadministratie geboorten, huwelijken en overledenen bijhou- den.9 Hij was, omdat er nog geen burgerlijke stand was, eigenlijk naast schoolmeester tevens een soort gemeentesecretaris. De taken van de schoolmeester in Petten zullen niet anders zijn geweest dan die van Callantsoog. Jacob's zoon Simon werd eveneens schoolmees ter en voorzanger, nu in Petten. De goede naam van zijn vader zal vertrouwen hebben geschept bij de Alkmaarse regenten, onder wie Jacob van Foreest, de heer van Petten die hem benoemde. Simon trouwde met Niesje Mooyman Hoed, dochter van de schout van Petten. Ze kregen vier kinderen. Zijn vrouw overleed nog jong in 1770 en Simon hertrouwde een jaar later met Maartje Hoogschagen, dochter van Pieter Hoogschagen, een boer uit de Leipolder.10 Uit dit tweede huwelijk werd een dochter en daarna in 1777 zoon Pieter geboren. Deze Pieter Langedijk werd net als grootvader Hoogschagen boer. Hij verwierfhet Molenweijd- je in de Leipolder.11 Later bezat hij ook land in 8 RAA, Collectieaanwinsten 197, pers. quot. Vp 929, Jacob Langedijk 9 Baken, sprokkelingen uit de historie van het zeedorp Callantsoog, 85-88 10 Siewertsen, Het land achter de Hondsbossche, 195, kadasternr. C 38 11 Ibidem,197, kadasternr. C 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2019 | | pagina 22