Iacob Voor de aanleg van de Pettemer zeewering moesten opnieuw enkele huizen worden afgebroken. Dat was in de achttiende eeuw voortdurend gebeurd.7 Bij de kerk op Het Vlak ontstonden drie straten. Gezien van uit de Hazepolder waren dat de Voorbuurt, Middenbuurt en Achterbuurt. Het dorp bleef bescheiden. Het inwonertal schommelde in de negentiende eeuw rond 350 personen. Met de inwoners van de Hazepolder daarbij opgeteld nog geen 500. De situatie op de kaart van Veelwaard is zoals Teunis Brouwer het dorp kende. De bebouwing zou zo blijven tot de be zetter in de laatste oorlog het gehele dorp met kerk afbrak, maar dat zou onze hoofdpersoon niet meer meemaken. Zijpe vragen voor het schoolbezoek van de leerlingen uit de Hazepolder. De heerlijkheid was vanaf 1742 in bezit van de familie Van Foreest, een regentengeslacht uit Alkmaar en Hoorn. In 1783 nam jhr. Nan- ning van Foreest de heerlijkheid van zijn vader Jacob over. Schout en burgemeester van Petten Tot het gebied van de heer van Petten en Nolmerban behoorde het dorp met Het Vlak, de Pettemer polder met daarin de Leipolder en het Buuregat in de Pettemer Ban. Sinds zijn bedijking viel de Hazepolder onder het bestuur van De Zijpe. De inwoners van Nieuw Petten en Petten vormden echter één gemeen schap. Ze gingen naar dezelfde school en kerk in Petten. Administratief was dit hinderlijk. Zo moest Petten jaarlijks een bijdrage aan De Bij het ontstaan van de Bataafsche Republiek vervielen alle heerlijkheden. In 1813 herstelde soeverein vorst Willem Frederik - vanaf 1815 koning Willem I - de heerlijkheden. Nanning van Foreest kreeg zijn heerlijkheid terug, maar zijn bevoegdheden en privileges waren beperk- VRY HEER RE EST PETTEN Detail van de kaart van Veelwaard (1841) (Regionaal A rchief Alkmaar, inv.nr. PR1007001) Gevelsteen met wapen van Jacob van Foreest. De steen is afóom- stig uit het in 1942 afgebroken gemeen tehuis van Petten. (foto Henk Stapel, 2018) 7 Belonje en Siewertsen, Petten en de Pettemers in 1734, 10-14 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2019 | | pagina 21