Eerste bedijking en dam bij Buitenduin
In het noorden van Holland was de tiende
tot twaalfde eeuw de periode van grote
veenontginningen. Het zuiden volgde later.
Door het graven van sloten ontwaterden de
veengronden en op de droge vruchtbare grond
was landbouw nu mogelijk. In onze dorpen
breidden de bewoners van de geestgronden
hun akkers uit het moor in. Ze groeven sloten
richting de Rekere. Dat was in noordoostelijke
richting. Het patroon is nog herkenbaar (fig. 3).
De uitbreiding van de landbouwgrond sti
muleerde de groei van de bevolking in Neder
land, die van 800-1200 vertienvoudigde tot
één miljoen inwoners.11 Daarna stagneerde
de groei, vooral omdat de veengronden door
inklinking en oxidatie lager kwamen te liggen
en daardoor te nat werden voor landbouw.
In ons gebied was bodemdaling niet het
grootste probleem, wel de wateroverlast die
Grotft
Fig. 2. kerk met
klokkentoren
op grafleuvel
in Schwabstedt.
(foto Dirk Meier)
Fig. 3. richtingsloten-
patroon herkenbaar.
De Oude Dijk (rood
volgt nul-meter NAP
contour (bruin).
Wandel/fietskaart,
VVV2001).
11 Komen, Droge voeten op vrije grond, 58.
örQÓtdffrj/nerpotdsr
Brat) ld'
loartrfim
7