Slechts bij het rooien van aardappelen werken
wel eens vrouwen en kinderen mee tegen een
loon van 40 a 50 centen per dag! Het school
verzuim is, vooral in de zomer, groot meldt de
burgemeester. Aan een schatting hoe groot dan
wel waagt hij zich niet. 'De uitgaven regelen zij
naar hunne inkomsten, overhouden gaat niet,
hoe gering hunne behoeften ook mogen wezen'.
Over neveninkomsten uit strandjutterij wordt
niet gesproken.
Veel armen en mingegoeden
Er zijn 'veel armen en mingegoeden'. Tja, wat
is veel? Wanneer is men 'mingegoede', wan
neer echt arm? (mingegoeden is een wat ou
derwets woord voor iemand die niet bepaald
'gegoed' is)
De burgemeester schrijft dat de meeste
arbeiders 'de uitgaven regelen naar hunne
inkomsten'. Hij voegt er aan toe dat voor de
meesten 'overhouden', sparen er niet inzit. Hij
waagt zich beslist niet aan enige poging ter
budgettering. De burgemeester van Texel, die
wel een uitgaveschatting geeft voor een 'vlijtig
en oppassend' gezin met 3 a 4 kinderen, komt
zonder huur, zonder kleding, zonder tabak en
barbier, zonder ziekenfonds of kerk, uit op
5,49 bij een gemiddeld weekloon vanf 6,-.
In het socialistische blad 'Recht voor allen'
van 28 november 1889 staat een overzicht van
de inkomsten en uitgaven van een Fries gezin
(man, vrouw en acht kinderen). Zo'n gemid
deld 8,12 per week het gehele jaar door;
werkweek 's winters 42 uur, 's zomers 78 uur.
De uitgaven worden geraamd op 10,491/2, te
hoog dus voor het gezin. Toch ontbreken nog
een aantal uitgaven: groente, suiker, zeep en
soda, ziekenfonds, brandverzekering, kleding
en schoeisel. Groente zal men in eigen tuin
verbouwd hebben, suiker was een luxe artikel,
zeep en soda had men echter beslist nodig,
evenals schoeisel en kleding. Uit andere
budget overzichten verschenen in 'Recht voor
allen' (1885) blijkt dat een paar klompen
0,25 a 0,30 kostte, een daagse broek en
vest 5,-, een pet 0,60 en een boezeroen
1,50. Kleding werd eindeloos gerepareerd,
meestal 'met de hand', want een 'Singer'
(hand)naaimachine kostte 32,-. Van 'af
schrijving' op meubilair, aardewerk enzovoort
vinden we in 'Recht voor Allen' weinig terug.
Toch kostte een eenvoudige linnenkast 12,-
a 15,-, simpele biezen matten stoelen 1,50
a 2,- per stuk, kop - en schotels 0,75 per
dozijn, eetborden evenzo 0,75 per dozijn.
Een gebronste hanglamp (olie) 2,-. Als de
olie bijna op was, werd de lamp scheef gehan
gen en als de olie tenslotte op was zat men in
donker.
Povere woonomstandigheden
'De woningen zijn over het algemeen te eng
en te bedompt', meer werd er in feite niet over
gezegd. Van enige aan een woning te stellen ei
sen was nog geen sprake; pas in 1901 kwam de
eerste woningwet. Op Texel is sprake van: één
vertrek van kasten en bedsteden voorzien, dat
als woon- en slaapvertrek dienst doet en waar
achter een kleine keuken of 'achterhuis' is. Als
er veel kinderen zijn slapen die doorgaans op
zolder. Bouwprijzen voor arbeiderswoningen
lagen meestal tussen de 300,- en 500,-. De Omloop 41a
huur was meestal 1,- per week. Doorgaans foto's John Haas-
was er een tuin bij deze huizen van 1000 m2. broek
61