Ambtenaren en ambachtslieden Het onderzoek van de commissie betrof in feite alleen de landbouwers en hun personeel. Andere beroepsbeoefenaren kwamen niet ter sprake. Uiteraard zijn deze mensen er ook, hetgeen blijkt uit notities in de gemeentelijke jaarverslagen. Het verslag over 1888 noemt als gemeentebestuur: J.C. Peeck als burge meester, tevens gemeentesecretaris (jaarwedde 400,-). Raadsleden zijn Hendrik Gutker (wethouder 40,- per jaar), Henk Dalenberg (wethouder 40,- per jaar), Cornelis Kager, Jan Hoogvorst, Reyer Bas, Cornelis v.d. Pol. overgegaan in handen van buiten de gemeente woonachtige kopers, die het niet in eigen be heer houden maar aan ingezetenen verpachten. Het getal van de landerijen die verpacht wordt bedraagt hierdoor aanmerkelijk meer dan in de voorgaande jaren.' Doordat de pachttermijn slechts vier jaar was liep men het risico, na het verstrijken van die termijn, dat de pacht werd opgezegd. Het zal duidelijk zijn dat de pachter er daarom weinig voor voelde verbeteringen in het land aan te brengen als hij daar zelf niet van zou profiteren. Aan de regering was er overi gens niet alleen de vraag om een verbeterde pachtwet, maar ook de vraag naar verlaging van de te hoge mutatie- en registratierechten, alsmede de zegelrechten op huurcontracten. Verpachting van gronden gebeurt meer onder hands, met uitzondering van dijk- en weg bermen en landerijen van de diaconie van de nederlands hervormde kerk en het roomska- tholieke armenfonds. De pachtprijzen zijn voor weilanden 50,- tot 90,- per ha. Voor bouwland 25,- tot 80,- per ha. De koop prijzen zijn 700,- tot 1.750,- en 500,- tot 1.600,-. Op de vraag hoe of het bezit ver deeld is antwoordt de burgervader kort en goed: 'het zijn hier zonder uitzondering kleine hoeven in deze gemeente, in deze gemeente is geen echt groot grondbezit'. 'De welvaart van de landbouwers in deze ge meente laat zeer veel te wensen over en is de laatste jaren zeer achteruitgegaan.' De hypothe caire schuld op land in de gemeente was op 31 december 1880; 400.916,93 (rente 5%) en op 31 december 1888 600.345,64 (rente 4%). Er waren diverse 'executies', met ondermeer als gevolg emigratie (naar Noord Amerika van 12 personen (1888). De boeren hadden ernstige klachten over de hoogte van de grondbelasting gebaseerd op waardeschattingen van tien jaar eerder(!), maar ook klaagde men over het muta- tierecht, het registratierecht bij verkoop van on roerend goed, en ook over het hoge zegelrecht op huurcontracten en de te hoge hypotheek rechten. Allemaal zaken waar de rijksoverheid het een en ander aan zou kunnen doen. Krediet moest men verkrijgen van particulie ren via de notaris. Van de boerenleenbank was (hier) nog geen sprake. Disselkar in Hargen Raadhuisje in Schoorl ±1900 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2018 | | pagina 60