5
heeft alleen een begane grond en een zolder ver
dieping. Vermoedelijk borg de secretaris de be
scheiden op in de vaste wandkasten en bewaarde
hij de belangrijke schriftelijke stukken in een
grote kist. Nadat Groet in 1834 als zelfstandige
genodigd als architect voor de restauratie van het
raadhuisje van Groet. Meijer behoorde tot de
architecten die restaureren volgens de reconstru
erende, historische methode, waarbij hij de top
wilde vervangen in de trant van het raadhuisje
"4tSiï;
y-r.
w a
v
gemeente was opgeheven en bij Schoorl werd
gevoegd was het raadhuisje min of meer overbo
dig geworden. Omdat het zo klein was viel het
niet mee er een bestemming voor te vinden. In
1873 bepaalde de raad dat het 'tot bewaring van
overledenen aan besmette ziekten' zou dienen.
Na de restauratie van het raadhuisje van Schoorl
(1931) werd Jan de Meijer in 1943 eveneens uit-
van Schoorl. Veel van zijn aanpassingen aan het
huisje gingen de toenmalige Rijksdienst van de
Monumentenzorg te ver. Wat ook meespeelde
was de oorlogssituatie waardoor het werk pas
aanving in 1947 omdat men in deze oorlog
geen toestemming kreeg om materialen voor de
uitvoering aan te kopen. Volgens de overlevering
is het huisje sedert 1825 voor kerkelijk gebruik
afgestaan aan de Nederlands Hervormde Ge
meente van Schoorl, Groet en Camperduin. Als
herinnering aan het bestaan van de gemeente
Groet is het voormalige raadhuisje van bijzon
der grote historische waarde. Het is dan ook
terecht geplaatst op de lijst van beschermde
monumenten in Nederland.
w
O
pi
O
w
•si'
Q
pi
V J? i
Ai.
Het raadhuisje met de kerk omstreeks 1780, Provinciale
Atlas (links boven).
Omstreeks 1890 maakte G. van Arkel een prent van het
gebouw dat gepubliceerd werd in het door hem en A.W.
Wiesmann uitgegeven Noord-Hollandsche Oudheden
rechts boven).
Het raadhuisje voor de restauratie door J.Meijer. Situatie
september 1937. Foto Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed onder nummer Groet - 20092050 (links).
42