kend houten juk in laat-gotische stijl. Achter de
ingang ligt een smalle gang met links daarvan
de voormalige raadszaal. De schouw is voorzien
van een eenvoudig tegeltableau, waarin een vaas
met bloemen is te zien. De achterzijde van de
vuurplaat is geteerd en bevat een staande rand
van witte en paarse tegeltjes. De wanden zijn
voorzien van wit schuurwerk. Het balkenpla-
fond is geschilderd in een rode kleur en sluit
goed bij het interieur aan. Onder het linker
gedeelte is een eenvoudige kelder te vinden.
De onbeschoten sporenkap is gedekt met rode
oudhollandse dakpannen.
Aangenomen mag worden dat de indeling,
mede gezien de geringe beschikbare ruimte, vrij
origineel is. Mogelijk wijst het venster in de rech
terzijde er op, dat daar een zogenaamd cachot is
geweest, waar men tijdelijk personen vastzette.
De schoudergevel draagt het jaartal 1639, maar
verdwenen jaartalankers zouden 1622 als bouw
jaar hebben aangegeven. Dit blijkt n.l. uit een
prent van omstreeks 1890 vervaardigd door G.
van Arkel van het gebouw. Het raadhuisje heeft
Kastjes noordzijde
(links).
Steunbalk zuidzijde
rechts).
Rookgat met schuine
in het plafond voor
de schouw.
Huidig interieur
gezien vanuit de hal
(links).
Originele schouw
(rechts).
41