Schoorl vinden we de volgende overeenkomst.
Op den negende maart 1741 komen overeen
Jan Hoogvorst, Aarjen Kuiper beide wonende te
Hargen en Aarjan Huisman wonende tot Camp als
Molenmeesteren van de Hargerpolder gemachtigd
door de gezamenlijke ingelanden en de Hr. Jacob
Mooijman als dijkgraaf van de Pettener Polder,
Jacob Adriaan Neef en de CornelisMaartensz.
als molen meesteren van de Pettener Polder ten
andere zijde. Dat die van de Hargerpolder zullen
gedogen en toelaten, dat die van Pettener Polder van
uit de Harger Polder trekken. En zij zullen mogen
leggen een pomp (buis) en van zodanige lengte dat
deze door de Camperkaij en de Campersloot tot in
de Pettener Polder kan komen en van een diepte,
zodanig als de molenmeesters van de Hargerpolder
oordelen. Aan elk uiteinde een schuif met een goed
slot met elk een bijzondere sleutel, de pomp zal niet
eerder worden open gezet voordat de pomp liggende
in de Hondsbosche trekvaart niet ver van de nieu-
webrug tot Hargen zal zijn open gezet, en dat water
van buiten in de Harger Polder zal in nemen.
Het land Weich
Ter afronding van dit artikel resteert nog een
opmerking over de ligging van het land Weich.
In een aantal publicaties, waaronder die van
Westenberg, is dit land gedacht in het mid
den van de Hargerpolder. In een akte van 1230
waarin graaf Floris IV het land Weich schenkt
wordt dit land als volgt genoemd:
'Ik Florents, Graaf van Holland geeft al het land,
Weich genaamd tussen Odonthem en Sweede bui
ten de dijk van Putthem en Grothem in eigendom
aan Nicolaas Persijn van Haarlem en Willem
van Egmond etc. den 27 februari 1230.' (verkorte
weergave). De genoemde heren kregen daarmee
de plicht tot bedijken van het gebied.
Da» ij. February njOi
Ik Florents Graaf vin Ho Hand, doe kond aan
allen, die dit Schrift Zullen inzien dat ik al
liet Land 't gene genoemd wordt Weich ms-
fchen Odonihem en Sweede ibuiten bet
Land Pui:hem (t) en Grothem, het welk aan
mv behoorde, in eigendom gegccvcn hebbe aan
Niklaas Pctfyn van Haarlem, en Willem van
Egmond in gelyke deeling onder hen, zoodjanig
dat aan welken zy ook het gemelde Land te be-
dykengelyk men gciueenlyk zcicgegecven
f i V. f, Siwtndcti.
(i) V, I. Petten.
h) Dominica Mïlèncoidw ii de tweede "Zondag mt
Tt Pafeha, ep dewyl 't Pafcbn ia 't jsar njo, op den 7.
AprJJ del) 100 vo]j;[, dat de dagicïaning met de I'cria
zouden hebben het in eigendom zullen bezit
ten j En don reeds genoemden onzen getrouwe!
hebbe ik te leen gegccven het rechtsgebied,
dat Ambacht gchcctco wondt, tti de tiend*vin
vooizeidc Land zoowel de grooce als de klei
ne. Gedaan in 't jaar der genade duizend lwcc-
horiderd cn dertig, den zevenen twin [tallen vut
Lentemaandtc Katwyk aan den Ryndu
naafttn Maandags naa den Zondag Mifericor-
di* (j).
nk-i over een re brengen (t, en dat ik welzoö befJujW,
dat de WOOrdïJI Ftrifccstt/l* prtxïm* puft Dtminic/it
miftriitrdiam nier tof der icft tarief behoor cn i maar tm
«een onkundigen bier by gevoegd zyti.
Later gedrukte versie
van de oorspronkelijk
acte waarin Florents,
Graaf van Holland
het stuk land 'Weich'
in eigedom overdoet
aan Niklaas Perfijn
van Haarlem en Wil
lem van Egmond.
Spruytenburgh,
'(Noord-Hollands
De plaatsbepaling in de Hargerpolder strookt
mijninziens niet met de omschrijving 'buiten de
dijk van Petten en Groet'. Dit wijst meer op het
gebied ten noorden van het dijkje waarop nu de
Mosterdweg ligt, het gebied wat op onderstaan
de kaart van Spruytenburgh Pettemerban wordt
genoemd (zie pijlen). De aanduiding 'tussen Od
onthem en Sweede', is moeilijk te traceren omdat
beide op geen enkele kaart voorkomen. Het zou
om een bewoond gebied De Nolmerban, lees
Pettemerpolder (Odonthem) en een nat gebied
De Zijpe (Sweede) kunnen gaan.
'Weich',
de 'Pettemerban', detail
van de kaart van Jan
1730.
Archief, Haarlem,
Provinciale Atlas -
Kaarten en kaartboeken)
25