twisten. Jan van Egmond behoorde tot de Hoeken, de beide geestelijken tot de Kabel jauwen. Prior Jan Alewijn kreeg het gezag in de abdij en de reactie van Jan van Egmond was onverbloemd: Zal heer Jan Aelewijn wezen, dan zal hem zijn lijf kosten. Aan Wis Ghereits, waarschijnlijk kastelein te Hargen, schreef hij: als heer Jan Aelewijn komt tot Hargen, zo slaat hem doot, ick zal u daarvan ontheffen. De schermutselingen duren tot ongeveer 1427. Daarna brengt een pauselijke vertegen woordiger en Filips de Goede, hertog van Bourgondië, rust op de abdij. Kasteleins in het Abtshuis Op 12 april 1470 draagt Gherijt van Poelgeest, abt van Egmond, aan Cornelis Jacob Heijnzoon voor de duur van 12 jaren op, 'het huis en met het huisraad en de duinen te Haregem wel te bewaren waarvoor hij zal genieten jaarlijkse wedde van 12 Rijnsgulden beneffens het gebruik van enige lan den en een tabbert, wanneer ook andere dienaren gekleed zullen worden, beneffens de helft van alle boeten en terwijl hij zich verplicht 3 windhonden op zijn kosten te onderhouden'. Reeds vier jaar later, op 28 augustus 1474, draagt dezelfde abt Costijn van Pruijssen in een schrijven voor de duur van 12 jaren op 'het huis met de singel'* te Hargen als kastelein te bewonen en te bewaren, zodat de Abt ten alle tijden daar behoorlijk onder komst zal hebben, en alles te doen wat een goed kastelein behoort te doen voorts zal hij het huisraad deugdelijk onderhouden en voor de visserij zorgen, op alle goederen letten waarvoor de Abt hem jaarlijks 2pond Vlaems groten en een tabbert ter zijner tijd zal geven voorts zal hij zorg dragen voor de duinen en te waken, dat niemand 'niet wezende ridderscip'of andere on geoorloofde jagen zal. Hij zal hiervoor de helft van de boeten ontvangen, terwijl de Abt belooft bij vervolging geen dading buiten de Kastelein om te zullen maken'. Hierna wordt het stil rond het Abtshuis te Har gen. Het Abtshuis is vrijwel zeker tijdens de strijd tussen Spanjaarden en Geuzen verloren gegaan. Ook de dijken werden doorgestoken en de Hargermolen werd verwoest. Deze molen moest, samen met de Pettemermolen, het land van de Hargerpolder dat veel last had van zoute kwel, bruikbaar houden. Waterwerken Als rond 1526 de Slaperdijk van Hargen met Hargervaart worden aangelegd betekende dat nieuwe inkomsten en trok dat nieuwe bewoners, doordat de vaart o.a. voor vervoer van zand en beurtvaart werd gebruikt. Dat de bevolking in dit gebied ervaring had in dijkaan- leg en herstel, blijkt uit een overeenkomst 19 oktober 1629 op Texel met Gerbrand Dirckz. Brederode van Schoorl, Sijbrand Adriaansz van Bergen en Maarten Dircksz. Bredeode van Groet. Men was kennelijk tevreden over de werken want in 1630 en 1650 waren er weer contracten. Ook op Vlieland voerde Jan Hen- driksz Breroe (Brederode) op 7 juni 1702 een opdracht uit. De Harger molen is van oorsprong een vroege uitvoering van watermolens die van hout werden opgebouwd. Al in 1438 verzochten de buren van Petten, Groet en Kamp aan de rege ring om een molen met sluis te mogen aanleg gen. In het handvest dat hiervoor verleend werd, stond: 'Die zondergruijt te mogen malen en de stoten omdat water mede uit te werpen'. *Ik ga er hierbij van uit dat dit, ondanks de korte vier tussenliggende jaren, weer om het Abtshuis gaat omdat in beide gevallen de Abt het recht verleent en in beide aktes duinen in bewaring worden gegeven. Verder kan singel ook betrekking hebben op een houtsingel. Hargermolen aan de Hargerweg 12 anno 1967. 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2018 | | pagina 24