opgemeten en daarna de pannen
erop. In 1899 betaalde hij voor
moeder de stenen. Vader was al
in 1896 overleden. In 1899 werd
aan S. Wognum het pad betaald
onder aftrek van een pink bij de
bul ter waarde van f 1,15.
Verder zegt hij dat Bont is
gereden (gedekt) 8 juli, De Bles
is gereden 19 juli, idem De Zwart.
In 1897 schrijft hij dat hij op
28 februari een ooievaar gezien
heeft. Waarschijnlijk toen wel
bijzonder voor deze trekvogel.
In 1898 werden de koeien
gedekt, hij zegt "het rijden der
koeien": KSchotter 27 april, JWit
5 juni, Gbont 25 juni, Asfies
25 juni, GSchotter 10 juni, Beuk
10 juni, Bles 10 juni, Struikt
10 juli, Jong Asfies 27 juli, Boe
12 juni, KBont 13 juni, Vlam
24 juli, StruikOl 19 juni, Kort
staart 25 juni, Duinpink, 3 juli,
WitGr 22 juni, Stip 15 juli, Jonge
Kortstaart 27 juli, de Bont.
Ook lezen we iets over tienden,
een soort belasting. Hij schrijft:
tiendegeld te goed van C. Bos
man, J. Spaansen, B. Kazenbrood,
J. Stroker, J. Zwagerman. Ook is
er is sprake van een Tiendbosch
(1899). Betaald is f2,50
Einde 1900 geeft hij inzicht in de
veestapel: 16 koeien en vaarsen,
6 pinken en een bul en twee
veulens. Daarnaast waren er nog
paarden.
Ook in 1900 moest voor allerlei
zaken aan diverse personen
betaald worden. We lezen:
S. Wognum f 1,15. Onderhoud
f 15,50 J. Smit f 7,70 Huurceel
f 2,50 (huurcontract)J. Rietveld
f 44,- C. Bakker f 18,-, Zaad-
noordijk f 11,00 A. Bijl f 1,80,
J. Bakker (voor stal?) f 3,- A. Bijl
f 6,80 J. Smit f 4,08 de Docter
f 14,50, A. Bijl f 6,- A. Bijl f 1,0
1 bul van Pol f 11,- A. Bijl f
6,50. Bij J. Smit wordt maailoon
genoemd. En zo gaat het door.
Belasting eenmalig f 5,- en
brandassuradeur 8,- J. Smit
maaide de Crombalg voor f 22,-.
Kleermaker f 8,50 J. Beukers
f 5,50. Enkele keren T. de Jong,
K. Dekker, J. Beuk, B. Opdam,
A. Bogtman, J. Blankendaal,
P. Zomerdijk en A. Ruis. Stort
gemaaid en Saboijer? f 29,-
Dapper merkt op dat er een
nieuwe vijzel in de molen
geplaatst is op 29 dec 1901
(bedoeld wordt de Aagtdorper-
molen (de molen van Scherpen-
zeel), zie Scoronlo no. 34 maart
2010). De molen stuk gewaaid
op 14 februari. Op 21 maart een
paard gekocht voor f 80,-
1900 of 1901 aan vee verkocht
f 807,50 en gekocht 285,-
In 1901 was het 7 en 8 januari
verschrikkelijk koud zoals hij
schrijft. Er ging geen boot meer
door het kanaal. "Op het kanaal
gereden" schreef hij, genietend
van het ijs.
Na 1901 hield hij zijn notities
niet meer bij. Het boekje
was (bijna) vol. Nog één keer
beschreef hij zijn bezigheden:
januari Hekweid gegrepeld,
20 maart groote boonen geplant,
de eerste lammeren geteeld.
18 maart de eerste enkeling
26 maart, tezamen 9 lammeren
van 5 schapen en een enteling.
Op 28 maart, het was nog erg
winters, sjalotten gelegd, 5 april
graan en paardenbonen gepland
en op 10 april aardappelen ge
plant. Hekweid geslegt 12 april.
Enteling 11 april, laatste enteling
18 april. Groene erwten 18 april.
Pinken en paarden uitgezet
(naar buiten dus) op 22 april.
Koeien uitgezet op 30 april.
Stort gemaaid 8 juni, Crombalg
15 juni, Stort thuis 21 juni.
Hekweid 28 juni begonnen.
Hooi thuis 15 juli. Tezamen 44
wagens, waarvan 11 Crombalg,
7 Stort, 2 Dijksenvlosakker,
24 Hekweid.
Bloembollen gezaaid en stambo-
nen geplant 1,2 en 3 juni. Op
17 juli de koeien in het groen
Crombalg 27 juli, Hekweid 10
augustus thuis, 3 september
Hekweid, 17 september Schoorl,
28 september thuis, 16 oktober
Hekweid de 30ste thuis en 6
november Schoorl, 9 november
koeien thuis 20 november koeien
op stal 29 november paarden
op stal 4 januari Brumen en
Neb buiten.
Niet alle in het boekje genoemde
zaken zijn leesbaar of voor de le
zer van nu begrijpelijk verwoord.
Maar toch geeft dit boekje een
mooi tijdsbeeld van wat er op
het boerenbedrijf zoal leeft.
Problemen met de
kaasfabricage in 1928
Werd er rond 1893 volop kaas
gemaakt door A. Dapper,
die vaardigheid is kennelijk
later verloren gegaan blijkens
de briefwisseling tussen de
1
De boerderij aan de Laanweg in 1962
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo december 2015
-