Omdat de reisafstand te groot was verbleef hij er van april tot september intern. Om de paar weken pakte hij zaterdagavond na het werk, als hij niet al te moe was en het weer en de wind hem gunstig gezind waren, de fiets richting Den Helder. Ook een verkoopster verbleef er door de week intern. De zoon van Masteling, van de smederij, hielp zomers ook mee. De vrouw van Hoogvorst, welke later blind was geworden, had veel steun aan haar blindengeleidehond. Willem Hoogvorst, een neef van de slager wist nog te vertellen dat in de werkruimte verschil lende kookpotten met warm water stonden voor het bewerken van worst en 's avonds voor het schoonmaken van de werkplaats. Slagersattributen kocht hij bij Faust gelegen aan de Dijk te Alkmaar. Zijn kruiden nam hij van Versteeg af. Tot 1959 bleef Hoogvorst in de zaak. Hij werd opgevolgd door slager de Ruijter afkomstig uit Schagen. Nadat deze in 1966 wederom naar Schagen vertrok kwam een tijdelijke bedrijfsleider in de zaak. Deze werd in 1968 door Bert en Ria Dirkmaat opgevolgd. Vanaf 1983 beheert Joop de Ruijter (de zoon van de eerdergenoemde de Ruijter) de slagerij. Joop weet zich nog goed te herinneren dat in de strenge winter van 1962/1963 verschillende keren het bestelde vlees bij de mensen per slee thuis werd ambachtelijke slager Nu slagerij de Ruijter Cultuur-historische Vereniging Scoronlo december 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2013 | | pagina 110