_-^t+ U\
<5:
rk r-%
---is?o/>y^l^T
r^r—
em
S^Artfi ft-zn/o/^
/Egnd&JrH-
Z~~7
£77 a i' aw
Sfe*j'fr£h<
Abdirc
Qi^dc
1 ythrrstiy
De plaatsing
Aangekomen op z'n nieuwe stek
wordt hij, onder deskundige
leiding, van de vrachtwagen
getakeld en geplaatst op de
fundatie die daar al een enige
weken eerder was aangebracht.
De restauratieactiviteiten zijn in
volle gang, nog wat rommelig,
met een tijdelijke "kopiedeur"
maar het werk vordert gestaag.
De originele oude deur is voor
het grootste deel hergebruikt,
alleen het kwetsbare onderste
deel hebben ze verwijderd en
daarvoor een nieuw deel aange
hecht. Ook waren de originele
schanieren deels verroest en
verdwenen. Er waren gelukkig
nog een paar oude handgesmede
gehengen van de vroegere
darsdeuren bewaard gebleven,
maar de duimen waarin ze
draaiden ontbraken en die zijn
daarom door de smederij op
het museumterrein nagemaakt.
Het geheel draait weer als
vanouds.
De Boerderij
De uitnodiging
Toen er bijna een jaar verstreken
was lag de uitnodiging in de bus,
zoals ze ons hadden toegezegd.
De plaatsing en restauratie wa
ren goed verlopen en nu werden
we verwacht op uitnodiging
van het museum. Bij aankomst
werden we ontvangen door een
gastdame, die ons van de nodige
informatie voorzag en uiteraard
bracht naar de plek waarvoor
we kwamen. We hebben er een
ontzettend mooie dag beleefd.
Wat zegt het
Openluchtmuseum
ervan?
Het toilet uit Groet is een
bijzonder pleetje. Het woord
pleet je geeft aan dat het om een
buitengeplaatst toilet gaat. Wat
het verder bijzonder maakt is dat
het opgetrokken is in steen en
niet van hout is gemaakt. Hout
is minder duurzaam en verrot
doorgaans in de loop der tijd.
Het Openluchtmuseum vindt
ook de vormgeving van de plee
zeer fraai en schrijft dit toe aan
het beroep van metselaar van de
eerste gebruiker Klaas Oud.
De gebruikers
geschiedenis
1874: Metselaar Klaas Oud
kocht een stuk weiland,
kadastraal bekend onder
Groet, sectie A, nr.424.
Vermoedelijk bebouwde hij
het zelf, of hij liet het hui
dige woon huisje bouwen,
inclusief de buitenplee.
Oorspronkelijk was de
woning een zogenaamd
keuterboerderijtje met
een woongedeelte en een
aanliggende inpandige
stal aan de achterzijde van
de woning. De stal diende
voor het verblijf van een
viertal koeien.
1880: Arie Oud en zijn vrouw
Antje Brak werden
eigenaars/bewoners van
dit pand.
1909: Jan Duinmeyer en Aagje
de Ruiter woonden in het
huisje dat toentertijd in
tweeën werd bewoond.
Achtereenvolgend volgden
verkopen aan:
1916: Dr. Arie Dros.
1917: Nanning Willem Duinker.
1925: Pieter Corneliszn Bakker
en Maart je Klaver.
Vanafdeze aankoop
kwam het huis in de
familie en dit is tot op
de dag van vandaag nog
steeds het geval.
Pieter Corneliszn. Bakker
bouwde in het jaar 1925
een veestal en in 1928 een
vijzclberg op het hierboven
benoemde perceel.
It f
O &T,r+..
o
w t/«
De "oude stolp" 1948 voor
de overplaatsing naar het
Openluchtmuseum in Arnhem.
(dit zijn dc ouders van
Elisabeth Bakker)
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo mei 2013