3 <:q*I audïr flf AW 3 vn Otsaam A/.ymmcr yt&rrsApck bezaten of pachtten ze een stuk grond. De buren moesten vuur en licht houden. Ze hadden dus een huis en een huishouding. Inwonende meiden en knechten werden dus niet tot de buren gerekend. Buren waren niet alleen boeren. In die tijd was er in Buytenduyn ook een smid, een timmerman, een bakker, een molenaar, een metselaar, een schrijver, een schipper, een onderwijzer, een omzegger, een wever en een vroemoer (verloskundige). Buitenlanders konden ook buur zijn, zoals een Duitser en een smous (jood). Sommige vrouwen stonden samen met hun man in de lijst van buren. Voor de weduwen werd soms de huur betaald. De armen hoorden niet bij de buren. Voor hun was de opbrengst van de boetes. Vermoedelijk stond er in de buurt een armenhuis, ik denk in Bregtdorp. De buren maakten haast ieder jaar een burenboek. Hen burenboek is een dubbel gevouwen vel papier, met daarop de gezamenlijke rekeningen van de buren van dat jaar. Het verhuren van de burenwe- gen was de voornaamste bron van inkomsten. Het verdiende geld werd onder de buren verdeeld. De burenboeken vielen vermoe delijk onder het klein recht. In die tijd bestond er ook een Ken- nemer en een Westfries recht. Steden hadden stadsrechten. De burenboeken van Buyten duyn uit 1712-1743 zijn bewaard gebleven. Daarin worden de namen van de buren wegen en van de buren genoemd. De namen van deze wegen heb ik gebruikt om de grenzen van dit buurtschap te bepalen. De buren wegen Genoemd worden de Soodt- dijk, de Houtjeslaan, de Bommerswcg, het noord- en zuideinde van de Oudendijk, de Papegaaiswcg (de Onderweg), de Koeweyt (een pad tussen de meelmolen en de Huismansweg op de plek van basisschool Teun de Jager), de Wittcwcg, de Huismansweg en de Kerckeweg. De noordelijke en zuidelijke nollen De namen van de nollen waren de Schenker, de Bleker, de Hoge Nol, de Kleine Nol. Aan de rand lagen het Moienverndel (Molenvierendeel) en het Mid denver ndel (Middenvierendeel). Een vierendeel is mogelijk onderdeel geweest van een in vieren verdeeld stuk land. De meelmolen stond en staat nog steeds in de noordelijke nollen. Het Moienverndel lag aan de weg naast het molenhuis waar nu het kampeerterrein Buitenduin ligt. De Schenker lag tussen de Huismansweg en tussen wat nu het Dennenlaantje is. Het begin van wat nu de Oude Molenweg is, deelde de Schenker in tweeën en heette het weggetje over de Schenker. Het liep verder over de Laanweyt, een stukje erfpacht schuin achter het molenhuis, dat later gevoegd is bij het terrein achter het molenhuis. Er lagen nog twee stukjes erfpacht achter het molenhuis, waarvan één met een huisje. De bakstenen daarvan heb ik gevonden. Deze lagen er al 100 jaar. De Laanweyt werd gehuurd door Pieter Cornelisz Backer, die een bakkerij had op beide hoeken van de Noorder weg (nu de Molenweg) en de Heereweg. Later werd Pieter Backer onderwijzer en ging hij naast de school achter de kerk wonen, op Brinklaantje 1, aan de rand van Straat. Aan het eind van de Schenker, naast wat nu het Dennenlaantje is en langs wat nu de Voorweg is, stond en staat nog steeds een boerderij. Daar begon de Bleker. De Bleker eindigde met de hoek die het huis van Aerijen Roos- loodt (bij de Driesprong) maakte met het huis van K reel is Govers (langs de Laanweg). Dit was de ene kant van de Bleker. De andere kant was de zuidoost punt van de Hanekroft, die vermoedelijk lag op de plek van het huidige Denncnlaantje. In de zuidelijke nollen, ten zuiden van de Bleker, lag het Middcnverndel, met in het zuiden de weg tussen Aerijen Roosloodt en Jan Teunesen. Daar begon ook de Hoge Nol. Deze grensde in het zuiden aan een kroft (tuin) en in het noorden aan een kroft en een sloot, vermoedelijk de sloot die nu achter de huizen aan de Slotlaan loopt. In het westen grensde de Hoge Nol aan de weg naar de molen (de Omloop, want deze liep door naar de molen). Nog westelijker grensde de Hoge Nol aan de Kleine Nol, tot aan de Hanekroft van Cornelis Siewers. Dit volgens een beschrijving uit het burenboek van 1728. De grens met Catrijp in de Grootdammerpolder Het meest noordelijk lag en ligt hier de Bommersweg, met in zijn verlengde een sloot, de Bommersmoor. Dit was en is de grens met Catrijp. De Bommersweg lag ten oosten van de Oudendijk, in het verlengde van de Bobbeleweg en de Idenslaan met daar een papiermolen. Dit was de grens van Bregtdorp met Catrijp. De Bommersmoor liep voorbij de Tarwcdijk, of te wel de Schoorlsche Zeedijk, uit in de Nieuwesloot. Het gebied tussen de Bom mersweg, de Bommersmoor, de Tarwedijk, de Oudendijk en de Dam weg, behoorde dus bij CULTUUR-MISTORISCHF. VERENIGING SCORONLO MEI 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2013 | | pagina 15