Camperduin en Groet vierden
in 1913 de honderdjarige
onafhankelijkheid van Nederland
In 1813 vertrok de Franse bezettingsmacht van Nederlandse bodem.
Honderd jaar later werd dit ook in onze contreien gevierd.
Wat eraan vooraf ging
Franse troepen van het
"Noorderleger" trokken in de
winter van 1794-1795 o.l.v.
Pichegru ons land binnen,
waarbij koning winter de
republikeinen te hulp kwam.
In 1794 valt de winter vroeg
in. Weliswaar dooit het eind
december een paar dagen, maar
in de oudejaarsnacht begint het
opnieuw hard te vriezen. Vanaf
de derde week van december
1794 raakt Nederland geheel
in de greep van de vorst, tot
zeventien graden onder nul. De
kanonneerboten die op de grote
rivieren patrouilleren vriezen
vast. Na het forceren van de
grotendeels bevroren rivieren
marcheren de Fransen op
17 januari 1795 zonder
noemenswaardige weerstand
Utrecht binnen en men krijgt
opdracht zich van de Bataafse
vloot meester te maken. Deze
ligt te Nieuwe Diep (Den
Helder) ingevroren. Tot een
gevecht is het niet gekomen. De
bevelvoerende officier geeft de
vloot zonder slag of stoot aan de
Fransen over. De Franse huzaren
van de naar Den Helder gezon
den brigadegeneraal de Winter
worden feestelijk onthaald door
de waarnemend commandant
van de in de haven van
Nieuwe Diep ingevroren divisie
oorlogsschepen, de kapitein
jhr. H.A. Ruijsch.
Het is ook dezelfde Ruijsch
die in 1797 tijdens de zeeslag
bij Camperduin commandant
van de "Gelijkheid" was.
Koets met hoogwaardigheidsbekleders
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo mei 2013