nejjoóg vorst -■ «tsti: +Serg vpén /E30X ^d)r}T AW Abdije Oi&dom De les ging door. Dc lege bank van Arie was een veeg teken. Van de kerktoren dreven drie slagen over het weiland. We hadden nog een uur te gaan. De laatste les was zingen. Het schoolplein lag er verlaten bij. Boven de duinen stond een bleke oktoberzon. We waren net aan 'De uil zat in de olmen' begonnen, in het Esperanto: "la strigo en la ulmojeucol.cucol .cucol..!' Door de poort die Arie achter zich had gelaten, zagen we zijn vader, de fietsenmaker, de speelplaats oprijden. Hij stapte niet af zoals iedereen geboden was maar verdween op zijn fiets om de hoek achter de school, waar dc ingang was. Er heerste plotseling een opgetogen stemming. Een zacht geroezemoes vulde de lokalen. Meester Braekensiek was vanaf het moment dat de fietsenmaker in beeld kwam, sprakeloos voor de klas blijven staan. Al het bloed was uit zijn toch al bleke gezicht weggetrokken. Wij waren toeschouwers. We wachtten af. Meester aarzelde of hij zich als bewoner van een beschaafde wereld zou gedragen of zich aan de wetten van de jungle diende over te geven. Hij leek voor het laatste te kiezen. Hij pakte een kastieknup- pel - die altijd onder het bord stond om ons bij mooi weer met buitenspelen te verrassen - en stamelde zonder overtuiging: "ik zal me verdedigen!" Het wapen leek grotesk in zijn handen. Toen we de achterdeur van de school hoorden slaan, opende meester het raam. Koele lucht stroomde naar binnen. "Ik zal me verdedigen!" zei hij opnieuw, als om zichzelf moed in te spreken. De fietsenmaker stond kennelijk nog aarzelend op de gang, niet wetend welk klas lokaal te kiezen. Toen hoorden we een doffe slag alsof iemand handhandig tegen de muur werd gegooid. Het was ongetwijfeld dc hoofdonderwijzer die de zaak trachtte te sussen. Op dat moment zagen we meester Braekensiek over de vensterbank stappen. I lij zakte met zijn voeten in dc weke aarde van het bloemperk onder het raam, stapte over het lage muurtje dat de border van het gazon rond dc vlaggenmast scheidde, nam een aanloopje en sprong over de beek, waarbij hij met één schoen diep in de modder aan de voorkant wegzakte. Hij stak dc weg over, kroop onder het prikkeldraad door en verwij derde zich - aangespoord door angst maar geremd door fatsoen - op een drafje over het weiland. Onderwijl was de dreun op de gang - waarschijnlijk hield de fietsenmaker het schoolhoofd in een wurggreep - door een onderdrukt gepraat gevolgd, alsof de worsteling of scheld partij er rekening mee hield dat in de lokalen de les nog aan de gang was. Daarna werd het stil. De deur van ons klaslokaal werd opengegooid. De fietsenmaker verscheen in de deuropening. Hij kwam zo uit de werkplaats. Hij had donkere olievlekken op zijn overall. Hij deed een stap naar binnen, in het afwachtende zwijgen van ons, kinderen. We waren alleen met hem. Ti in IioJmtrbi. 7'\0 mme -*v Figuur Schoolreisje naar Velserend. zomer 1945. De senioren op de foto zijn v.l.n.r. mevr. Akkerman, meester Akkerman, de heer en mevr. Van Twuyver van het schoolbestuur en meester Maars. Cultuur* historische Verenigi\g Scoroni.o maart 2010

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2010 | | pagina 24