land van Klaas Paarlbcrg die
dit niet van harte toestond. En
altijd moest er een hek geopend
worden. Een andere toegang zou
over het erf van Delis zijn ware
het niet dat daar een woeste
stier de wacht hield. Op het erf
van Delis staat nu de nieuwe
woning van de fam. Nobel.
Toen het echtpaar Goed - de
Vet in 1982 naar het buitenland
vertrok kwam het pand leeg. Het
Hoogheemraadschap bouwde
direct daarna een overdekking
over het geniaal, sloopte het
woonhuis en bouwde een nieuw
en nu geheel geautomatiseerd
gemaal. De belendende oude
boerderij was al enige jaren
daarvoor gesloopt. Wat later
vielen ook de boerderijen van
Paarlberg en Delis ten offer aan
de reconstructie van de N9.
Aan het eeuwenoude handwerk
kwam daarmee een eind.
De verdere
geschiedenis
Voordat "Alkmaar" het
maalwerk automatisch regelde
bepaalden de molenaars zelf hoe
het maalwerk verliep al waren er
de laatste jaren al wel contact
punten in de oever aangebracht
waartussen het waterpeil moest
blijven. De molenaar zelf bepaal
de overigens of hij/zij daarvan af
wilde wijken. Dekker zelf was op
een wat lager waterpeil gesteld
wat zelfs ooit tot klachten leidde
van Scorlewald omdat hun
heipalen boven het grondwater
uitkwamen.
Het moge duidelijk zijn dat
nadat er geen gegevens nicer in
het Maalboek geschreven zijn
dit gemaal toch nog enige jaren
dienst heeft gedaan. Zeker tot
1948 toen de fossiele brandstof
vervangen werd door elektrici
teit. Verder kan nog vermeld
worden dat de vijzel van de
molen geruime tijd na de oorlog
een keer vergroot is waardoor de
maalcapaciteit groter werd dan
van de omringende polders.
Technische gegevens
van de wipwatermolen
Ten aanzien van de grootte van
de oude watermolen die in 1906
verbrand was is bekend dat de
middellijn van het scheprad 4,26
meter bedroeg en de schoep
breedte 28 cm. De vlucht, zijnde
de diameter die een molen be
schrijft als hij draait, was 18,52
meter. Deze gegevens werden
in 1864 genoemd.Hieruit blijkt
dat de molen relatief klein is
(als vergelijking: de korenmolen
"Kijkduin" heeft een vlucht van
22,6 nieter, dus 4 meter nicer. De
Groeter watermolen heeft een
vlucht van 21,5 nieter). Tussen
1864 en 1894 is de scheprad-
molen omgebouwd naar een
wind vijzel molen. De diameter
van de vijzel was 1,47 meter.
Deze ombouw van watermolens
vond in de 19e eeuw veel plaats
omdat de capaciteit (waterver-
zet) van de molen daardoor veel
groter wordt.
Toelichting op het
begrip seinen en
seinpalen
Een artikel van Klaas van Lienen
(Scoronlo nr. 2, maart 1990)
gaat in op het begrip seinen. De
naani van het artikel is "Sein
palen langs het Noordhollands
Kanaal".
Het seinen dient ervoor om
tussen de molens onderling aan
te geven of er gemalen mocht
worden. Konit het water van
de Schermerboczem namelijk
boven een bepaald niveau - in
jargon boven Peil genoemd -
dan is op de boezem afmalen (in
dit geval het Noord hol la ndsch
Kanaal) vanuit de polders uit
den boze. De Aagtdorpermolen
kreeg dan het stopsein door van
de Oudburgermolen en gaf dit
vervolgens weer door aan de
molen van de Grootdammer pol
der enzovoort. Het malen moest
dus opgeschort worden tot het
boezenipeil weer voldoende
gezakt was. Vroeger werd het
(stop)sein overdag gegeven
Figuur 6
Het verbouwde molenhuis in 1972. Achter het grote raam was vroeger de bedstee.
Rechts het toilet
Figuur 7
Seinpaal en elektrisch gemaal in
november 2009.
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo maart 2010