mf" J^Tc Piet Kootstra rr.X Ben je achtentachtig en ging je op je veertiende van de lagere school af om te gaan werken, dan heb je veel te vertellen. +Serg jEgnd&Jry ■v 'n I fall yAccAt&fd, Jieij'r£h\ Q(±c.am 7" mmc Ik praat met Piet Kootstra in zijn in 1919 gebouwd huisje. Stap je er binnen dan lijkt Piet zichzelf ingebouwd te hebben tussen de diverse attributen die zijn leven omlijsten en weergeven. Rijen op de vloer gerangschikte fotoalbums, op een overvol kastje cassettes orgelmuziek. In een hoek de computer waarop Piet ondanks zijn leeftijd ook nog altijd thuis is. Foto van een door hem zelf gebouwd minidraaiorgel aan de wand. De TV, cassetterecorder en een rij modern ingelijste foto's van door hem vervaardigde kermiskramen enz. Piet kan heel goed knutselen en hij heeft dan ook o.a. veel kermismeubilair, zoals zweef molens, schiettenten, kramen e.d. in miniatuur nagemaakt. Veel van dit knutselwerk heeft hij weer gedemonteerd en opgeborgen, maar zoniet bijvoorbeeld zijn orgeltje dat hij zo nu en dan nog meeneemt om het her en der te laten horen. Piet heeft een werkzaam leven achter de rug en zit dus nog niet stil. Toen hij veertien was ging hij aan het werk bij een kip penboer. Hij was wekelijks zes dagen aan de slag en verdiende daar f 2,50 mee. Moest hij zondags bij afwezigheid van zijn werkgever de kippen ook verzorgen, dan kreeg hij een dubbeltje extra. Vanaf de kippenboerderij begint er voor Piet een lange loopbaan. Zo werkte hij voor een landbouwconsulent, onderhield hij de tuin van kunstschilder Lau, werkte hij bij het aanleggen van leidingen voor de radiodistrubitiewas hij op de kwekerij van de familie Meedendorp, later ka belmonteur bij Gert Oudes die in Amsterdam telefoonlijnen aanlegde en hierna in Heiloo, in Limburg, Brabant en Zeeuws Vlaanderen te vinden bij het monteren van ondergrondse kasten voor de telefonie. Dit tot 1959 toen hij even zonder werk zat en een kennis hem er op wees dat men op het vliegveld Bergen mensen kon gebruiken. Hij solliciteerde en werd in eerste instantie afgekeurd. Ogen en gebit zouden te wen sen hebben overgelaten, maar een tweede keuring kwam hij goed door. Als burger werd hij ingedeeld bij de z.g. ondersteu ningsstrijdkrachten. Nadien bij de reserve hiervan en tenslotte bij de verzorgingscommando's. Cultuur-historische Vereniging Scoronlo december 200s

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2008 | | pagina 14