Kamp
Schoorl
Albert
Boer
Bijgaand stuk van de heer J.H. Frenken (1907-2001)
wordt gepubliceerd met toestemming
van de nabestaanden van de schrijver.
Het artikel vormt een aanvulling op het boek over Kamp
Schoorl dat medio april opnieuw uitgegeven is.
De heer Frenken was piloot bij de KLM en werd in
Schoorl op beschuldiging van hulp aan de vijand voor
een maand opgesloten.
Hij heeft de aankomst van de eerste joden meegemaakt.
Dit dateert het artikel op februari 1941.
Albert Boer dateert het interneren van piloten op
zomer 1941, de periode dat de tweede groep Joden uit
Amsterdam naar Schoorl gevoerd werden.
Ten aanzien van het plaatsen in de tijd zijn er wat ver
schillen tussen de ervaringen van de heer Frenken en het
boek van Boer. De heer Frenken is in de oorlog actief in
het verzet geweest.
De laatste maanden van de oorlog heeft hij in diverse
Duitse Concentratiekampen gezeten.
In mei 1940 hadden de Duitsers
ons land overrompeld. Ze had
den de vliegvelden bezet. Ze
hadden ons land voorlopig
achtergelaten met een totaal
vernield Rotterdam, een aantal
kapotte bruggen en een leger
dat in zijn geheel aan huis tot
krijgsgevangenschap was
veroordeeld. Ik was daar ook bij.
Ik mocht wel gaan waar ik wilde
met een pasje waarop stond
dat ik fruitteler was. Dat had
de gemeentesecretaris voor mij
klaargemaakt. Ik had besloten
om mijn studie in de medicij
nen zo spoedig mogelijk af te
maken. Daarom had ik met twee
vrienden samen een kamer
gehuurd op de Prinsengracht.
Elke vrijdag ging ik met de trein
naar Limburg en bleef tot
maandag of dinsdag bij mijn
vrouw en kinderen. De moeilijk
heid was om in Amsterdam te
komen. Soms ging ik liftend met
een of andere vrachtauto. Als je
eenmaal in Nijmegen was trof
je vaker chauffeurs aan die je
tegen een goede fooi wilden
meenemen.
De Duitsers lieten ons met
rust. Het eerste bevel dat van
de Duitsers kwam was om alle
wapens in te leveren. Ik had nog
een kapotte revolver. De loop
zat los. Rechtuit schieten was
onmogelijk. Omdat het ding
toch niet meer te gebruiken was,
besloot ik er mij van te ontdoen.
Ook van de twaalf kogels die
erbij waren. Ik wilde hem niet
inleveren aan de Duitsers, maar
zocht een manier om hem op
een of andere manier kwijt te
raken. Bijvoorbeeld door hem in
het water te gooien van de kas
teelvijvers.
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo mei 2007