4-
SUrcfa/
rngéxrt <"^j"£
/EgndZjfrif
egorfi JfeyftfAi
wHwr/
veehoudersbedrijf.
Op dit moment C. Gutker.
We steken nu de Regbertslaan
(Breelaan) over en komen bij de
hoeve die toentertijd bewoond
werd door Gert Bakker. Bakker
maakte in de dertiger jaren
niet de gelukkigste tijd van
zijn leven door. Z'n vrouw, Alie
Stoop was plotseling gestorven,
hijzelf moest kort daarna opge
nomen worden in een sanato
rium wegens T.B.C. Noodge
dwongen kwam er een knecht
voor het veehouderbedrijf en
een nichtje voor het gezin; twee
kleine kinderen Kees en Atie.
Thans N. Meereboer.
Naast het pand van G. Bakker
stond een tot melkfabriek
omgebouwde boerenwoning,
met de prachtige en veelbe
lovende naam: 'De Goede
Verwachting'. In de fabriek was
een woning waar de kaasmaker
huisde. Dat was eerst Kleyer
en later Van Dijk. Met nog een
botermaker werden de werk
zaamheden verricht. De admi
nistratie werd bijgehouden door
Piet Duin een vroege rentenier
die goed met de pen overweg
kon. De melk werd aangevoerd
door de boeren zelf, grotendeels
met hondenkarren.
Pal naast de fabriek stond een
grote heel oude boerderij. In het
woongedeelte huisde het gezin
J. Berkhout (vader van Piet).
De stal (later verbrand) was
in gebruik bij Hendrik Polle.
Hendrik Polle gehuwd met
Adriana Louwe woonde even
verder in de volgende boerderij.
Die hadden 7 kinderen. Twee
van de 7 voelden zich geroepen
hun leven in dienst van de Heer
te stellen. Dat waren Cornelis
en Agatha. Zij kozen het kloos
terleven. De andere 5, bijzonder
stille maar zeer werkzame kin
deren, allen volwassen, waren
dochter Keetje en de zoons
Willem, Jacob, Jan en Henk.
Niemand was erg trouwlustig.
Voor de dochter was geen man
weggelegd en in de zoons zat
ook weinig 'vrouwenbloed'.
Henk haalde orgellessen en
is vele jaren organist geweest.
Vader Polle deed uiteraard
z'n best om aan al die handen
bezigheid te geven. Daarom had
hij ook bovenbeschreven stal in
't gebruik, omdat de eigen boer
derij al het vee niet kon bergen.
Bovendien ging de melk niet
naar de fabriek maar werd door
hen zelf verwerkt tot kaas en
boter. Een afvalproduct van de
kaasmakerij is wei. Die wei was
weer een heerlijke en voedzame
slobber voor het omvangrijke
aantal varkens dat in een aparte
stal knorde.
Op de hoek Heereweg-
Noorderweg woonde het
gezin Jan Louwe. Het laatste
huis van het buurtschap Catrijp.
Achter het woonhuis stond een
kapberg waar de koeien van
Louwe in de winter een plaatsje
kregen. Daarnaast was Louwe
kassier van de Boerenleenbank.
Hier had hij echter geen dag
taak aan. Niettemin kon je er
altijd terecht voor financiële
zaken, mits hij thuis was. Op
woensdagmiddag en avond
echter hield hij altijd zitting.
Met een schone blauwe kiel
aan zat hij in de linkerkamer
waar ook de brandkast stond.
De kamer aan de rechterkant
was het domein van moeder
Kee met de kinderen. Dat was
tevens de wachtkamer van de
cliëntèle, want ieder werd altijd
apart 'geholpen' door Louwe.
Even voorbij Louwe staat het
bordje 'Groet'. Dat betekent dus
het einde van het buurtschap
Catrijp.
Gaan we nu aan de duinkant
van de Heereweg terug dan is
het eerste huis, (pal tegenover
Louwe) toentertijd bewoond
door het echtpaar J. Kroon en
Geertje de Jong. Kroon had
altijd gewerkt op de boerderij
(later verbrand) te Camperduin
vlak bij de zee. Hij had een
prachtige baard. Het echtpaar
heeft blijkbaar gezond geleefd
want ze zijn 60 jaar getrouwd
geweest. Dat kwam toen nooit
voor. Heel zelden een gouden
huwelijksfeest. Dat was al heel
bijzonder want dan kwam 'De
Vriendschap' een serenade
brengen. Thans J.J. Hoogvorst.
Aan de andere kant van het
weggetje (de Noorderweg)
woonde Piet Duin met z'n moe
der. Thans J. Groenendijk. Piet
was nog jong toen hij z'n
schaapjes al op het droge had
en was nu administrateur
secretaris van de melkfabriek
'De Goede Verwachting'. Duin
was eigenaar van de naast
gelegen fraaie boerderij 'Het
Witte Paard'. Op deze boerderij
hebben diverse gezinnen in de
dertiger (crisis)jaren geprobeerd
een stukje brood te verdienen.
Eén daarvan was Hendrik Smit.
Het was hard werken in die
tijd en zuinig leven. Het harde
werken heeft Smit blijkbaar
geen kwaad gedaan, gezien de
tekst op de eerste steen van het
dorpshuis 'De Blinkerd'. Daar
staat op te lezen 'door Hendrik
Smit en Jeroen Staarman de
oudste en de jongste inwoner
van Schoorl gelegd op 16 juni
1970
Er staan geen geboortedata bij,
maar volgens ondergetekende
is Smit 100 jaar geworden.
Voorbij 'Het Witte Paard' staan
2 huizen, waarvan nog duidelijk
te zien is, dat het oorspronkelijk
boerderijen waren maar later
door verbouw alleen als woon
huis dienst deden. Het is moei
lijk te achterhalen wie er in de
vooroorlogse jaren woonden.
Na een prachtige restauratie
wordt het thans bewoond door
de familie C. Kouw. Het huis
naast het Witte Paard bood
onderdak aan mevr. Branes,
de schoonmoeder van de
beroemde kunstschilder
Matheus Lau. In het volgende
huis bivakkeerde mej. C. v.d.
Linden.
Tandarts H. de Vries woonde
later in dat huis. Hij trachtte de
gebitten van vele Schoorlaars
in goede conditie te houden.
Tevens heeft hij toen jaarlijks
eind november de jeugd (als
tegenhanger van het griezelige
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo - Catrijp - mei 2007