+&T2'
Vc
•r$b»
O J/2 Ifait
At>dt/e
Oisdem
V
YmmCfr'/
k2
Boerderij van 1905.
Als kaasfabriek
gebouwd
regel Klaas bij ons brood bezor
gen. Vaste prik was, dat hij dan
op een kopje thee kon rekenen.
Dan zat de welbespraakte bak
ker bij ons een half uurtje om
de nieuwtjes van de week door
te nemen. Met behulp van een
knecht en altijd een of twee
zussen had men een florissant
bedrijf.
Het staat wel vast dat Gebr.
Bakker tot de weinige mid
denstanders behoorden die een
bepaalde welvaart genoten
(thans Paul en Kristel Bakker).
Vlak naast de bakkerij woonde
toen het kwartet Polle, dat waren
de gebroeders Gert en Arie en
de zusters Antje en Grietje. Het
viertal had nooit de geneugten
van het huwelijk geproefd, men
heeft dit kennelijk niet als een
gemis ervaren, want vooral de
dames waren altijd opgewekt en
vrolijk. Arie was een konijnen
fokker van formaat, hij verkocht
jonge konijntjes aan de jeugd
voor 12,5 cent. Ze wachtten rus
tig met z'n vieren de komst van
de Heer af. Tegenwoordig gezin
B. Roozendaal.
Daar voorbij wat thans de
uitpuilende en overbevolkte win
kel in pieren en hengels is van
Kees Bruin huisde toen het
gezin Piet Bakker. Piet was de
compagnon van Klaas waarvan
het gezamenlijke bedrijf hierbo
ven staat beschreven.
De hoeve ernaast maakte de
indruk uit z'n krachten te zijn
gegroeid. Het gezin Jac. v.d.
Oort woonde er. Jac. was een
hardwerkende man en een zeer
goed vakman. Door aankoop
van enkele landerijen werd de
veebezetting zodanig uitgebreid
dat men veel te kort stalruimte
had. Om die reden werd er een
enorm stuk aan de bestaande
boerderij aangebouwd.
De volgende boerderij was
bewoond door een vrijgezel
Arie Groot. Een ietwat stille en
zonderlinge figuur. Hij woonde
er met een huishoudster en Jan
Jonker (vader van Leen) was er
werkman. Tegenwoordig foura-
gehandel Meereboer.
Voorbij Meereboer op de hoek
Heereweg - Regbertslaan staat
een kleine boerderij met een
prachtige voorgevel. Van hetzelf
de soort staan er meerdere
in Catrijp maar één van de
mooiste is zeker deze. Het
rieten dak heet spiegel. Het
middengedeelte van het dak is
pannen gedekt met aan weers
zijden met sierlijke rondingen
riet. Het echtpaar Gerrit Kager
en Marie Praat waren toen de
bewoners en runden een
Vroeger had bijna iedere
provincie z'n eigen mode
wat betreft de hoofd
tooi bij de vrouwen. In
Noord-Holland was dat de
'kap'ook wel het gouden
ijzer genoemd. In de 19e
eeuw getuigde het van een
be-paalde welstand als men
dit droegmaar zoals met
alles kwam ook hier weer
een eind aan. Met de eeuw
wisseling rond 1900 werd
er- mee gestopt. Van degenen
die het droegen gingen de
meesten door, maar aange
zien er niets meer bij kwam,
werd de club steeds kleiner.
Bij mijn weten waren dat
er halfweg de dertiger jaren
nog 3 in het buurtschap
Catrijp: mevr. Polle-Louwe,
mevr. Kager - de Wit en
mevr. De Moei - Sluis. De
'kap' bestond uit een half
ronde gebogen gouden plaat
6 cm. breed. Eerst een
zwart lapje op het hoofd,
daarover tule en daarover
van oor tot oor de plaat.
Die werd aan weerskanten
vastgehouden door rijk uit
gevoerde gouden kapspelden
aan de voorzijde versierd
door 2 broches. Omdat het
opzetten een nogal tijdro
vende bezigheid was, bleef
het gebruik ervan beperkt
tot de zon- en feestdagen.
Op de overige dagen liep ze
met het 'huiletje'. Het hele
geval van mevr. Polle heeft
men netjes bewaard en is
nu eigendom van een klein
dochter mevr. Riet Kouw
- Polle. Die draagt het nog
wel eens bij bepaalde gele
genheden.
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo - Catrijp - mei 2007