+£erg
Ti/tii
*em
/ff.'
77C1K/
Het volgende en laatste boerde
rijtje (het weggetje werd al
smaller) werd bevolkt door Piet
Bijwaard en z'n zus Aaltje. Piet,
een vrolijk mannetje had een
stuk of wat koeien en een tuin.
Hij verkocht later het gedoetje
aan de beroemde schrijver Jan
de Hartog. Die doopte het huis
'Lands End'De Hartog schreef
een prachtig boek 'Schipper
naast God' wat in Nederland een
groot succes was, maar
waar Hitier geen waardering
voor had. Zodoende nam Jan in
de eerste oorlogsjaren het
besluit om met z'n gezin naar
Engeland en later naar Amerika
te vluchten.
Daar voorbij was de boerderij
van Arie Louter. Louter een
stoere werker van nature
eigenlijk een optimistische en
gezellige man, had met al z'n
geploeter met de koeien en kip
pen moeite om het hoofd boven
water te houden met z'n gezin
en allemaal jonge kinderen.
Gelukkig had hij een opgeruim
de en vrolijke vrouw, Mary van
de Peet. Die stamde af van een
muzikale familie. Ze kon
prachtig zingen en deed dat ook
heel vaak.
De laatste in de polder 'om de
hoek' was het gezin C. Bremer.
Bremer was een van de weini
gen in Schoorl, die niet afkerig
was van de denkbeelden van
Hitier.
Terugkerende stond aan de
andere kant van de Smeerlaan
een leegstaande boerderij. Daar
kwam toen Bouke Minkema met
z'n struise vrouw Sietske en 3
kinderen, Gerrit,Volkertje en
Uul in. In de twintiger jaren
waren er 3 gebroeders Minkema:
Bouke, lepe en Sjoerd. In
Friesland blijkbaar uitgeke
ken op het ruime landschap
aldaar. Ze staken (toen nog) de
Zuiderzee over met een bootver
binding Staveren - Enkhuizen
en streken neer in het duindorp
Schoorl. De boerderij waar het
gezin Bouke belandde is later
gesloopt. Momenteel is daar een
gebouw met 6 appartementen
voor jongeren (het vroegere
gymlokaal).
Onze reis vervolgende komen
we weer op de Heereweg. Daar
stond het huis van Hans en
Grietje. Twee dames die in
hun jonge jaren 'overschoten'
zoals dat heet. Ze hadden elkaar
op wat oudere leeftijd leren ken
nen en ze besloten hun ver
dere leven in eer en deugd
samen door te brengen. Dat
waren Hanna Kamper en
Grietje Louwe. De dagen van
het duo werden gevuld door
's morgens het vaste ritueel van
de kerkgang. Verder waren het,
vooral Hanna, goede breisters.
Alzo maakte men zich verdien
stelijk door kousen te breien
voor de kinderschaar van het
echtpaar Louter uit de
Smeerlaan, zij het dan na inle
vering van de benodigde wol.
Hun huis is gesloopt; ervoor
in de plaats kwam een nieuwe
woning 'Strijd na arbeid 'van de
heer Praat.
Daarnaast stond en staat er nog
een royaal pand van J. Louwe.
Die woonde daar met z'n corpu
lente eega Trijntje Baltus, doch
ter Jo en zoon Mees. Dochter Jo
was een flinke meid, maar zoon
Mees was verstandelijk niet ont
wikkeld. Louwe had een uitge
breide nering. Brood, koek en
banketbakkerij met winkel en
café. Zoals iedere bakker had
ook hij de uitbreng door het
hele dorp, dus was hij altijd
druk in de weer. Er waren in die
tijd 8 bakkers in Schoorl, dus op
een enkeling na had ieder een
heel kleine omzet. Het café was
heel vaak leeg en ook de win
kelbel had een rustig leven.
Ondanks dat alles was Louwe
toch een gezellige en opgewekte
man. Momenteel woont er Rob
Rohde.
Naast het pand van Louwe
stond in die jaren een bijzonder
klein huisje, waarin een heel
klein oud mannetje woonde. Dat
was Pauwtje Bergen. Die was
in jongere jaren 'lappiespoep'
geweest. Dat beroep is nu uit
gestorven, maar kwam vroeger
nog vrij veel voor. Met een grote
zak, waarin manufacturen, zoals
ondergoed,
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo - Catrijp - mei 2007