men verworpen. De Kennemer trok daarop haar voorstel in. In de raad werd daarop opgemerkt dat dit onbeleefd was. In 1917 komt er een nieuwe uitnodi ging, inmiddels van de PEN. Nu was de raad toeschietelijker en besloot om te verzoeken een kostenberekening over te leggen. De PEN was bereid de installatie aan te leggen voor een bedrag van f 85.000.-. Door de wereldoorlog waren de kos ten inmiddels flink gestegen. Besloten werd op de aanbieding in te gaan. De tegenstemmers van 1915 hebben, toen de stroom in de praktijk niet goedkoop bleek, nog heel wat verwijten moeten horen. Met de aanleg van electriciteit lag Schoorl niet veel achter op het landelijke gebeuren. Anders was het met de gasvoorziening. Deze heeft veel voeten in aarde gehad. Rond 1885 begon in de grote steden kolengas beschik baar te komen voor parti culieren. Het werd aldaar al eerder gebezigd voor openbare verlichting. Warmenhuizen had vanaf 1911 een eigen gas fabriek en voorzag ook omlig gende plaatsen van gas (Sint Maarten 1912, Harenkarsel 1912, Dirkshorn 1915). In 1915 wilde een aantal ingezetenen van Schoorl (waarschijnlijk nabij het kanaal) aansluiting op het Warmenhuizer gasnet en zij vroegen daartoe toestemming aan het Schoorlse gemeente bestuur. Dit werd afgewezen. Men was bang dat het versto rend zou werken op een eventu ele eigen onderneming. In 1917 kwam er nog een nieuw verzoek dat eveneens werd afgewezen. Wel is er in 1921 contact geweest met Warmenhuizen aangaande de levering van gas. Warmenhuizen heeft daarop een concept- leveringsover- eenomst ontworpen en dit con cept aan B en W van Schoorl aangeboden. Nadat al deze werkzaamheden verricht waren, kwam de raad tot de conclusie dat er in Schoorl geen belangstelling was voor gas en zij blies de zaak af. In 1924 zond het bestuur van de Vereniging van f Pensionhouders een brief rfyl aan het gemeentebestuur V met verzoek over te gaan tot aanleg van"kookgas". Bij het verzoek was een lijst gevoegd van belangstellenden. De raad besloot dat er wederom contact met Warmenhuizen opgenomen zou worden inza ke gaslevering. Ditmaal waren de calculatiewerkzaamheden van Warmenhuizen niet meer gratis. De laatste gaf er de voor keur aan dat Schoorl een eigen distributiebedrijf zou stichten en dat er gas en gros geleverd zou worden. Een daarop gerich te offerte werd toegezonden. Het was geen simpele materie en in Schoorl rees het idee om aan een aantal gemeentes die elders gas inkochten, een afschrift van hun contract te vragen. Of het gemeentebestuur de consequenties van dit ver zoek voorzien heeft is de vraag. Na enige tijd beschikte het over een collectie omvangrijke juri dische werkstukken. Daarop besloot de raad het geheel voor te leggen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met verzoek om advies. Ook hier voor werd weer een kostenpost uitgetrokken. In het jaar 1929 discussieerde de raad over het ingekomen advies, dat voor meerdere uitleggingen vatbaar bleek. B en W stelden voor om over te gaan tot stichting van een eigen gasbedrijf. De kosten werden geraamd op f 86.000.-. Zij legden een adres van 121 huisvrouwen uit Groet en een adres van 141 huisvrouwen uit Schoorl over, die aandrongen op aanleg van "kookgas". De raad was geenszins onder de indruk van de adressen. Er werd, niet geheel ten onrechte, opgemerkt dat de huisvrouwen waarschijn lijk geen idee hadden van de financiële complicaties. Na debat werd het voorstel van B en W met 4 tegen 3 stemmen verworpen. Na verder debat werd een geamendeerd voorstel in stemming gebracht, inhou dende dat tot aanleg kon worden overgegaan indien B en W van 200 inwoners een toezegging tot aansluiting zouden krijgen. Dit voorstel werd aangenomen en heeft ertoe geleid dat Schoorl in 1930 "kookgas" kreeg. Nog voordat het gasbedrijf uiteindelijk tot stand kwam, kreeg Schoorl ook stromend water. In Bergen was sedert 1885 een waterleidingbedrijf gevestigd, dat in 1910 reeds aan 58 gemeentes water leverde en dat in 1920 door de provincie werd overgenomen. Van dit bedrijf, het PWN, kwam er in juni 1921 bij het gemeentebe stuur een brief binnen, waarin werd aangeboden aan de raad een mondelinge uiteenzetting te geven omtrent een mogelijke aansluiting op het waterleiding net. De raad ging hierop in en op 18 augustus was directeur van Oldenburg van het PWN aanwezig met een uiteenzetting. De aanleg van een waterlei dingnet zou de gemeente niets kosten, maar de laatste zou ook niet delen in enige winst van het bedrijf. Er werd nog een aparte vergadering belegd om tot een beslissing te komen. Op 26 augustus 1920 werd met vier tegen twee stemmen besloten om tot aansluiting over te gaan. In mei 1921 begon men met het leggen van buizen langs de Laanweg, die daartoe verbreed moest worden. In dit verband werd grond verworven van mej. Jelgersma en werd een beek gedempt. Opvallend is dat de pensionhouders bij het gemeen tebestuur wel hebben aange drongen op aanleg van gasvoor ziening, maar dat niet gebleken is dat zij hebben aangedrongen Cultuur-historische Vereniging Scoronlo november 2006

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2006 | | pagina 6