d'Onderweg in d oorlog
SUrcA
+£erg
rf/f Ih/trfi.
Abdijc
(Ji&dam
Het begin
Het veerpont
De scheurplicht
De verdediging
Eerst zingen
//alm
"a fiy, J 'uCr/
em
ettfea'',
oO-e
jéjr
miTfC
10 mei 1940's morgens half 4.
Een ontzaglijk lawaai wekte
ons uit de slaap. Borden, kop
en schotels, alles rammelde
door elkaar. Het was nog geen
meikerstijd, maar de herrie was
zodanig dat de slaap weg bleef.
Radio aangezet. Toen bleek dat
de Duitsers binnengevallen
waren. Het toenmalige vliegveld
in Bergen werd gebombardeerd,
zodoende dat ontzettende
gedruis.
Vader (Arie Bijl) was op 25
februari '40 gestorven. Moeder,
zus Alie, broer Klaas en onder
getekende bleven achter. Klaas
en ik zetten het veehouderbe-
drijf op de boerderij Onderweg
14, thans fam. van Meer, voort.
Wegens de karige toewijzing
van bonnen voor veevoer en
kunstmest, maar vooral door
een gegraven tankval die ons
land in tweeën sneed, moest de
veestapel drastisch ingekrom
pen worden. Waar voorheen
18 a 20 koeien een weldadig
bestaan hadden, werd het nu
moeilijk om 12 koeien in leven
te houden. Het grootste deel
van ons land lag achter de tank
val. Dat betekende dat we altijd
via Schoorldam moesten om er
te komen, wat een flinke omweg
was. Hooi en mestrijden, alles
via Schoorldam. Een tochtige
koe dito. De stierenhouder
Kroon woonde op een boerderij
Laanweg/Voorweg. De dekking
vond plaats op het erf 'Ons
genoegen\ Een toepasselijke
naam! Thans staan daar op die
plek een aantal leuke huizen,
waarvan één bewoond door
Pim, de jongste zoon van Kroon.
Melken moet 2 x per dag gebeu
ren. Als een schrikbeeld stond
ons voor ogen, dat we ook over
Keulen en Aken bij de koeien
moesten komen. Daarvoor
bedachten we een 'pont\ Een
partij hout aan elkaar getim
merd en een ijzerdraad om
vooruit te komen. Zo gingen
we iedere ochtend en avond
met bussen en emmers naar de
overkant.
Een vrij groot deel van ons
schamele areaal grasland moest
omgeploegd worden om voed
sel te telen. Wij verbouwden
tarwe, rode kool en een klein
stukje tabak. Met de tarwe ging
het goed, maar met de kool niet.
Een koolduivenplaag had een
halve opbrengst tot gevolg.
Van de tabak wist buurman
Blom (de boefjeshoeve) sigaren
te maken. Via 1 kg gedroogde
bladeren naar een fabriek in
Den Haag, Ed Laurens, leverde
1000 sigaretten op.
De nieuwe overheid stelde het
zeer op prijs dat wij ons steentje
bijdroegen aan de veiligheid
van ons land. Op Camperduin
werd een indrukwekkend ver
dedigingsstelsel gebouwd. Broer
Klaas werd 'uitgenodigd^ om
iedere week een dag behulp
zaam te zijn. Ikzelf werd waar
dig gekeurd om Bergen aan Zee
te 'beveiligen'.
Dat moest om ongeveer 10
dagen gebeuren. Er werden
ongeveer 8 boeren gevorderd.
Ik ging dan met de driewielige
kar met 2 paarden ervoor,
(1 van buurman Delis) met
'opgewekt gemoedv op pad.
Eerst verzamelen voor café
't Trefpunt. Om 08.00 uur ging
de karavaan stapvoets richt
't Zeedorp.
Niemand had haast, zodoende
was het 10.00 uur dat we er
arriveerden.
Van Bergen aan Zee werd je
toen niet vrolijk. Inwoners
weg en vele huizen gesloopt.
Ook het werk wat we moesten
doen was nu juist niet geest
verheffend. Er lag een grote
hoop grind. Dat moest op de
kar geladen worden, grind
opscheppen is een afschuwelij
ke klus. Dan een stukje rijden
naar strand of duin en weer
terug. Als de soldaat/ opzich
ter even weg ging hielden we
allen 'pauze\ Om 5 uur kwam
het verlossende sein dat we
het naargeestige dorp mochten
verlaten. In vliegende vaart
huiswaarts.
Het is een keer gebeurd dat
ik moest rijden en die dag om
08.00 uur een gezongen dienst
was in de kerk. Ik was lid van
het koor en ging naar de kerk.
Toen ik thuiskwam stond er al
een soldaat op mij te wachten.
Ik vertelde waar ik geweest
was. Vlug de paarden inspan
nen en weg wezen. Blijkbaar
een goede soldaat geweest,
want er waren geen gevolgen.
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo november 2006