Schoorl en zijn namen
Wanneer mij tijdens een telefoongesprek de woonplaats
wordt gevraagd komt het steeds vaker voor dat de naam
onbekend in de oren klinkt van de beller.
Het zijn veelal jonge stemmen die van onwetendheid op dit
gebied blijk geven.
Die onbekendheid neemt waarschijnlijk eerder toe dan af.
In De Duinstreek van 13 september 2006 constateert een
verslaggever dat de wijkborden zijn verdwenen - geen
Camperduin meer - en dat Schoorl een kern is in de
gemeente Bergen.
Dit artikel gaat over de naamgeving aan de plaats Schoorl.
Geschreven omdat de naam Scoronlo voor een gelijknamige
vereniging vanuit "marketing"-oogpunt mij nog steeds
als een puzzel voorkomt; overigens met alle respect voor de
oprichter en eerste voorzitter wijlen de heer Wim Lautenbag
en zijn bestuur.
En in de tweede plaats als een hernieuwde kennismaking met
de naam, voor de nieuwe leden en de belangstellende lezer.
Een hernieuwde kennismaking, want in het eerste periodiek
van de vereniging heeft toenmalig bestuurslid
de heer Wil Janssen aan de hand van een uitgebreide
literatuurlijst uitvoerig beschreven waar de naam
Scoronlo vandaan zou komen.
Waarom het bestuur indertijd deze naam,
waarover mijn tong nog steeds struikelt, voor haar vereniging
heeft gekozen laat zich raden.
Dit artikel heeft overigens geenszins de pretentie iets bij
te dragen aan de plaatsnaamkunde of toponymie van onze
voormalige gemeente.
Taalontwikkeling
De eerste Nederlandse zin
is door een Vlaamse monnik
rond 1000 opgeschreven en hij
gaat over de liefde. Wat daar
voor geschreven werd was in
het Latijn en geschreven door
priesters en monniken. Aan de
hoven of in opdracht daarvan
waren het de clerici of klerken
die werkzaam waren in het
redigeren van oorkonden, char
ters, rekeningen, kronieken en
dergelijke. Met de opkomst van
de eerste steden in deze con
treien, zo rond 1200, ontstaat
de behoefte om te lezen en te
schrijven in de eigen streektaal.
De spelling komt op gang maar
er zijn natuurlijk nog enorme
verschillen in namen en uitspra
ken van wat vaak met hetzelfde
bedoeld wordt. Wat aan namen
genoemd wordt in bijvoorbeeld
de 90.000 verzen van Spiegel
historiael, in 1285 geschreven
door Jacob van Maerlant, is
vaak totaal verschillend van de
namen die voorkomen in
andere rijmverzen uit die tijd.
Wat op schrift komt is een men
geling van inheems taalgebruik
omgezet geheel of ten dele in
het Latijn. En dan nog in het
Latijn dat in de loop der
eeuwen van het oude klassieke
is teruggevallen naar een
"barbaarse" stijl. Dat weten we
omdat vanuit het Italië van de
14e eeuw de wedergeboorte
van het klassieke zich snel
verspreidde, de Renaissance.
Pannekeet (1) vat heel begrij
pelijk samen waar de naam
Schoorl vandaan moet komen
door inheemse en Latijnse bete
kenissen te combineren. Hij
kijkt tevens naar gemeenschap
pelijke plaatsnaamelementen
van het woord Lo(o) en Schoor
bij Alloo, Boekelo, Heiloo,
't Loo en Scharwoude en komt
dan tot respectievelijk "open
plek in of bij het bos" en "hoge
oever, strand of strandwal". Een
omschrijving die wel past bij het
landschapsbeeld van Schoorl
rond 1000. Eerst in 1876 wordt
in Nederland een officiële spel
ling ingevoerd, die van De Vries
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo november 2üol