+Serg tm. kerk van Schoo door Alphons Leijsen kleding met, maar zonder andere kenmerken 23 personen met, maar met zekere kenmerken 6 personen zonder 3 personen Kenmerk en datum van de vondst van het lijk: naam J. Graggs met datering 1860 op doosje 14-06-1860 kleding van sloeproeier 03-07-1860 portemonnaie en enige geldstukken 20-07-1860 gouden oorring3 13-12-1863 20-11-1875 27-11-1893 uitgebreide tatoeage beperkte tatoeage Van de 43 op het strand aange troffen stoffelijke overschotten zijn er 40 in een kist op een diepte van 1 meter op het ter rein van de eeuwenoude begraafplaats van Kamp ter aarde besteld. In twee gevallen is het lijk ongekist aldaar begra ven. Deze begraafplaats behoorde bij de kapel van de op 17-09-1462 op het grondgebied van Schoorl door de bisschop van Utrecht, David van Bourgondië, ingestel de parochie van Kamp.4 De parochiegrenzen werden beschreven als"aen overduers laen tusschen landen peter Jansz ende Bel Jacobsz streec- kende oost ende west voert aen noertw[aer]t". Voor het begraven moest gewoonlijk "een clinckaert" 5 worden betaald. Bij een besluit op 17 juli 1619 zijn met betrek king tot het begraven nieuwe afspraken uitgevaardigd. Het begraven van iemand van 12 jaar en ouder kostte vier en beneden de 12 jaar twee gulden. Voor het gebruik van een eigen graf moest respectievelijk twee en een gulden worden betaald. Op straffe van een gulden mocht een graf niet langer dan 8 dagen na de begrafenis open worden gelaten. De werking van de natuurlijke elementen op het kerkgebouw moet groot zijn geweest. De kerk is vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw regelma tig hersteld. De kerkelijke gemeente van Kamp was klein en wellicht ook te arm om zon der ondersteuning van elders de noodzakelijke reparaties te kun nen laten uitvoeren. Uit een groot aantal documenten blijkt dat keer op keer subsidies van de regionale overheden, zoals van de Gecommitteerde Raden van Westfriesland en het Noorderkwartier als van andere beter gefortuneerde (kerkelijke) gemeenten, werden ontvangen. Soms werden die subsidies op een indirecte wijze verstrekt. Zo werd op 29 juni 1595 een beroep op ondersteuning voor het her stel van het kerkgebouw omge zet in de toezegging gedurende drie jaar de vergoeding voor de kerkdienaar (dominee) te beta len, maar dan moest de kerkelij ke gemeente van Kamp wel het gebouw herstellen. In de loop van de achttiende eeuw is de kerk samengevoegd met die van Groet. In 1801 werd in de vergadering van de classis gemeld dat de kerk "door het toneel van de oorlog (Engels- Russische invasie van 1799) ernstig was vernield en niet meer kon worden gebruikt". De kerk is definitief in 1807 afge broken en de restanten zijn toen op een openbare veiling ver kocht. Voor zover nu valt na te gaan is deze begraafplaats na de afbraak niet meer voor inwo ners van Kamp in gebruik geweest maar is ook nimmer officieel buiten gebruik gesteld en gesloten. Voor de inwoners van zowel de gemeente Schoorl als Groet is in 1829 in Schoorl de begraafplaats tegenover de meelmolen in gebruik genomen. Het begraven in en om de kerken kwam daar mede tot een einde. Op grond van vage geruchten bestaat de aanwijzing, dat in de tweede wereldoorlog op dit ter rein resten zijn aangetroffen bij de aanleg door de Duitse bezet ter van verdedigingswerken. Een deel daarvan, bezuiden het hotel van Jos Jansen te Camperduin, liggen vandaag de dag onder het zand begraven. Het zou gepast zijn door een kleine herdenkingsplaat aan te geven dat hier zeker 42 drenke lingen naamloos zijn begraven. Zowel uit respect voor de naam lozen als voor de vinders, die hun moeilijke taak door de jaren heen hebben verricht. H. de Vos 1 Nieuw archief Schoorl, 1805-1931. Inv. Nr. 158D. Processen-verbaal van lijkvindingen opgemaakt door den burgemeester, 1851-1902 [uit zee aan gespoeld en langs het kanaal]. 2 Aantal lijkvindingen waarbij genoem de persoon is betrokken 3 In de visserij was het dragen van een gouden oorring duidelijk bedoeld om bij verongelukken in de kosten van een eventuele begrafenis te voorzien. Voor een mogelijke identificatie was het bij voorbeeld op de Shetland eilanden gebruikelijk dat de visserman een wol len trui droeg, die van een specifiek familiepatroon was voorzien. 4 Familie archief Van Foreest. Inv. Nr. 621. 5 Bourgondische gouden munt Cultuur-historische Verenicinc Scoronlo maart 2005

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2005 | | pagina 7