Honderd jaar geleden
Schoorl in 1904
Het dorp telde per 1 januari van dat jaar 1263 inwoners,
waaronder 219 personen die recht hadden om de zeven
leden van de gemeenteraad te kiezen. Het komt uit de voor
handen gegevens tevoorschijn als een bijna volledig agra
risch dorp, geïsoleerd en in zichzelf besloten en met een erg
slanke gemeentelijke overheid. Het gemeentebestuur oogt
evenwel actief en op de toekomst gericht.
De totale bemanning van het
gemeentehuis bestond uit 4 per
sonen. Burgemeester was
A.J. Peeck, die kort tevoren zijn
vader J.A. Peeck was opgevolgd.
Verder fungeerden secretaris
Arend Couwenhoven, gemeente
ontvanger Cornelis Gutker en
veldwachter/bode Pieter
Bareman. Er waren twee wethou
ders, die elk een vergoeding van
fl. 40,= per jaar ontvingen. Het
burgemeestersambt was nog
vooral een ereambt. De wedde
bedroeg fl. 500,= per jaar terwijl
een hoofdonderwijzer fl. 900,=
per jaar had. De burgemeester
was tevens onbezoldigd ambte
naar van de burgerlijke stand en
alle huwelijken werden ten over
staan van hem gesloten. Ook de
secretaris was ambtenaar van de
burgerlijke stand en hij deed alle
overige werkzaamheden zoals
het opmaken van akten van
geboorte en overlijden. Hij ont
ving daarvoor naast zijn salaris
een extra toelage van fl. 100,=
per jaar. De secretaris woonde in
een bij het gemeentehuis beho
rende woning. Rond die bewo
ning ontwikkelde zich een pro
bleempje met Gedeputeerde
Staten. Het gemeentehuis was in
1901 nieuw gebouwd en het
gemeentebestuur besloot voor de
verhuring van de woning
fl. 100,= per jaar te vragen. Het
provinciebestuur had moeite met
een onderhandse verhuring aan
een gemeenteambtenaar. Het
droeg ook zelf een oplossing aan.
Indien de woonvergoeding geïn
corporeerd zou worden in het
salaris van de secretaris waren er
geen moeilijkheden. Aldus
geschiedde. Het voorval maakt
duidelijk dat de gemeentebestu
ren aan een nauwgezette contro
le van de provincie onderworpen
waren en dat men beducht was
voor bevoordeling van degenen
die dicht bij het vuur zaten.
Anderzijds blijkt ook dat het cre
atief omgaan met regelingen van
alle tijden is. Veel werkzaamhe
den ten behoeve van de gemeen
schap werden verricht door wat
wij nu vrijwilligers zouden noe
men. Sociale zaken werden
behartigd door een burgerlijk
armbestuur dat rekening en ver
antwoording deed aan de verga
dering van de gemeenteraad.
Het toezicht op het nakomen van
de in 1900 ingevoerde algemene
leerplicht werd uitgeoefend door
commissies tot wering van
schoolverzuim. Deze commissies
kregen in Schoorl min of meer
het karakter van een schoolbe
stuur. Zij organiseerden b.v. ook
schoolfeesten. Het onderwijs was
overigens een belangrijk voor
werp van financiële zorg voor de
gemeente.
Van de totale jaarrekening van
de gemeente uitkomende op
bijna fl. 14.000,= ging fl. 5.141,27
op aan kosten van het onderwijs.
De hoofdonderwijzers namen
een belangrijke positie in op het
dorp. Bij de installatie van burge
meester Peeck werd deze in de
vergadering van de gemeente
raad behalve door de installeren
de wethouder toegesproken door
elk van de openbare hoofdonder
wijzers.
Schoorl was erg agrarisch. Auto's
en tractoren waren er nog niet en
bij het werk op het land en bij
het vervoer speelde het paard
een grote rol. Daarvan werden er
dan ook 164 gehouden. In de
maand juni was er een paarden
markt. In 1904 werden 80
paarden aangevoerd. Koeien,
kalveren en pinken waren er in
een aantal van 1293. In oktober
werd een koeienmarkt gehouden
met een aanvoer van 150 runde
ren. En waar bleef alle melk? Het
dorp telde drie kaasfabrieken
alle voorzien van stoomkracht.
Een in Schoorldam toebehorende
aan J. Bos. De andere lagen in
Katrijp en in Groet resp. toebeho
rende aan J. Polle en
A. Dalenberg. En waar bleef de
kaas? Die ging naar de kaasme
tropool Alkmaar. De teelt van
diverse landbouwgewassen was
niet onaanzienlijk. Het belang
rijkste volksvoedsel bestond
destijds uit aardappelen.
Daarmee was een areaal van 26
hectare beteeld. Voor de voeding
van de vele paarden werd 45
hectare haver geteeld. Daarnaast
stonden er nog 10 hectare erw
ten, 3 hectare bonen en 9 hectare
rogge.
Aan vaste verbindingen met de
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo april 2004