m in iaJmj
Ui&d&rn
mm c
Chef-stewardess
i960
Mieke Hoogvorst
Antje had een verzorgende
inslag en een aanleg om leiding
te geven. We treffen haar in 1915
aan in Purmerend als hoofd van
de huishouding van veehouder
hotel Wilhelmina met een perso
neelsbestand van tenminste
negen meisjes. Op 23 september
1915 werd de eigenaar van het
hotel, Johan Klopper, vader van
haar enige kind, Maartje. Hun
kind werd in haar latere leven
Marieke of Mieke genoemd. In
1919 verlaat het gezin
Purmerend en trekken ze gedrie
ën in bij Antjes' vader, Cornelis
Hoogvorst. Deze woonde na
diens tweede huwelijk in wat nu
museumboerderij Kuijten is.
Vader Johan Klopper handelde
in vee en moeder Hoogvorst
werkte in hotels en pensions in
Schoorl, onder andere in hotel
restaurant De Roode Leeuw.
Eerder, in 1905, had Klaas Bark
het perceel C147 aan de Laanweg
verkocht aan Maartje Pijper,
weduwe van Piet Timmerman.
Die bouwde er de huidige
woning op (1907). Kennelijk
zocht het paar Klopper
Hoogvorst zijn ervaring beter in
te zetten, want in 1924 kochten
zij het pand van Maartje Pijper
en vestigden pension Huize
Marieke. Meteen na de koop
werd het huis uitgebreid met een
balkon en een waranda en daar
na is er niet meer aan het
gebouw gesleuteld, dan alleen
voor het aanbrengen van dubbe
le beglazing. In 1958 kwam de
losse garage erbij. Het pension
heeft altijd goed onderhoud
gehad en de huidige bewoonster
leeft zonder veel ongemakken
naar volle tevredenheid en ple
zier in wat je naar leeftijd een
eerbiedwaardig huis kunt noe
men. Dat dit woongenoegen en
het karakteristieke in de huidige
tijd niet altijd op waarde wordt
geschat bleek eind 2003, toen op
de vraag van de bewoonster aan
een jonge taxateur hoe hij het
huis vond, deze antwoordde
dat zal nog een hele klus zijn om
dat allemaal neer te halen...'.
Johan Klopper en Antje
Hoogvorst hebben hun relatie
nimmer door een huwelijk laten
bevestigen. Een handelwijze, of
liever een nalaten daarvan, die
niet veel voorkwam in een tijd
van verzuiling, waarin burger
lijke deugden brede spreiding
hadden. In het sociale verkeer
zagen de ongehuwden zich
ongetwijfeld zo nu en dan voor
lastige situaties geplaatst. Uit
hun leven en optreden binnen de
Schoorlse gemeenschap bleek dat
zij dit wel aankonden, maar naar
de officiële omgangsvormen
moest Antje, want haar betroffen
als vrouw en onderneemster de
ongemakjes het meest, een
modus vinden. Uit de naamge
ving die zij hanteerde bleek dat
dit toch schipperen was. Enkele
voorbeelden: in sommige adver
tenties spreekt ze van zichzelf als
Mej. A. Hoogvorst. In een folder
weer van A. Klopper-Hoogvorst,
dan weer alles omzeilend met A.
Hoogvorst of mevrouw
Hoogvorst. Hun dochter Mieke
had als achternaam Hoogvorst.
Ook zij is in het gebruik daarvan
echter ook niet altijd consequent
geweest, want in enkele situaties
waar ze kennelijk intuïtief aan
voelde dat het gepast was,
gebruikte ze de achternaam
Klopper, mejuffrouw Klopper.
En soms ook de dubbele naam-
variant Mieke Hoogvorst
Klopper of Mieke Klopper
Hoogvorst. Nadat ze veel van
het leven had gezien hield ze
zich verder aan één naam. Uit de
keuze van achternaam zou je
kunnen concluderen dat moeder
en dochter hieraan plezier
beleefden, maar dat aan de ande
re kant die vrijheid hen wel een
zekere behoedzaamheid oplegde.
De naamsvrijheid is na 1 januari
1998 in het neoliberale klimaat
verruimd. Voor of ter gelegen
heid van de aangifte van geboor
te wordt door de ambtenaar van
de burgerlijke stand een akte van
naamskeuze opgemaakt. Als
ongeborene mag je hopen dat
papa en mama voor jou verstan
dige beslissingen nemen.
Het pension kon 16 tot 18 gasten
ontvangen. Het was hard wer
ken. Ontbijt, lunch en diner.
Kamers schoonhouden. Johan
hield de moestuin bij, de kelder-
voorraad op peil, haalde de
gasten met paard en wagen van
de tram en deed kleine klusjes.
De inkomsten moesten groten
deels in het seizoen worden ver
worven. In de winter was het
witgoed verstellen, al het hout
werk in de oxaanolie zetten en
bijverdienen met de veehandel.
Antje had een povere opleiding
genoten, maar bezat een natuur
lijke leergierigheid. Zij ontwik
kelde zichzelf door ondermeer
contact met de gasten, door een
krant als het Handelsblad te
lezen en door zich sociaal actief
op te stellen. Daaruit kan ook
verklaard worden dat ze tegen
het gevoelen en de adviezen van
haar omgeving in, haar enige
dochter in 1935 als au pair naar
Parijs liet gaan. Zij zag dit als het
beste voor haar kind. Dat heeft
de ontwikkeling van de dochter
goed gedaan. In 1946 ging deze
vliegen bij de KLM als stewar
dess en vanaf 1948 als chef ste
wardess. Als ze in uniform thuis
kwam, in haar eigen auto, gaf
die blik op een wereld van gla
mour en kosmopolitisme veel
Schoorlaars een apart gevoel.
Cultuur historische Vereniging Scoronlo april 2004