van het fundament tot het hoog ste punt, van 5.5 m. Dit hoogste punt lag 9,25 meter boven NAP. Het onderkomen van de militairen Gedurende de proefnemingen werden de militairen te Bergen gelegerd in een tentenkamp. Dit kamp werd op 9 mei 1891 betrokken. Daar waren aanwezig detachementen van het korps Genie en het Wapen der Artillerie tot maximaal 150 mili tairen. Als niet-militairen, en waarschijnlijk elders te Bergen ingekwartierd, waren een "waschvrouw" en de "werkman machinist" van de locomotief. Na afloop van de eerste proeven van 1891 schrijft de Alkmaarsche Courant van 4 oktober 1891 dat "bij het eindigen van den Kamptijd" op 1 oktober negen in het kamp bij Bergen aanwezige militairen te Bergen bij burgers ingekwartierd werden. Deze militairen bleven achter om toe zicht te houden en onderhoud te plegen. Ze werden maandelijks afgelost. Dit inkwartieren had overigens een verplicht karakter en de gemeenteraad wist ervan dat de burgers, zeker gezien de geringe vergoeding, dit niet pret tig vonden. Het Rijk betaalde f 0,60 per persoon per dag en de gemeente deed daar 20 cent bij. De burgers die in het voorjaar van 1891 militairen onderdak hadden verleend ontvingen hier voor slechts 10 cent per dag per man. De eerste schietproeven In 1891 werden eerst schietproe ven uitgevoerd met mengsels van buskruit en diverse soorten granaten. Men sprak over "schietkatoengranaten" en over granaten gevuld met belliet. Ook werden er exercitiegranaten gebruikt. Het doel van deze eer ste proefnemingen was: "1) eene inleiding tot de schietproeven tegen bomvrije samenstellingen en 2) begin van een meer Artilleristisch onderzoek naar de mogelijkheid om granaten te voorzien van brisante ladingen bij onze vuurmonden in te voe ren." De aannemer had het werk op tijd gereed zodat de eerste proe ven op 16 juni konden beginnen. De resultaten van deze en vol gende proeven zijn nauwkeurig bijgehouden. Ter plaatse was een Commissie van Proefneming aanwezig bestaande uit vier per sonen die het gehele gebeuren in de gaten hield. Op het schietterrein was majoor J. Regenbogen van het 4e regi ment vestingartillerie bezig met het gereed maken van de muni tie. Deze was al eerder in Delft, waar toen de Nederlandse muni tiefabrieken stonden, geprepa reerd. De munitie moest min stens een maand voor de start van de eerste proeven gereed zijn (volgens een ministeriële aanschrijving van 9 maart!). Namen die verder regelmatig in de stukken voorkomen zijn de le luitenant J. Vervloet van het le regiment vestingartillerie, le lui tenant J.S. Bax van het korps genietroepen (ook verantwoorde lijk voor de bouw van de schiet- doelen) en de officier van gezondheid le klasse E.J. Kühne die bijgestaan werd door twee hospitaalsoldaten. Het schieten werd dus kennelijk niet zonder gevaar ingeschat. De artillerie en wat daar om heen stond Op een tekening van de Genie staat de hoek waaronder het zwaarste geschut, een 21 cm mortier, geschoten heeft. Deze blijkt 2° te zijn, dus ruwweg werd dus langs de kustlijn geschoten. De afstand tot de doe len is niet precies bekend. Mortieren werden gebruikt om met een boog op de doelen te schieten. Ze wordt daarom ook wel krombaangeschut genoemd. Daarnaast werd ook nog gescho ten met een 15 cm L/24 kanon, nummer 4, hiervoor uitgekozen door de Commissie van Proefneming. Het duidt erop dat dit een speciaal kanon was. Deze stond opgesteld op een duin achter een met hout bekle de borstwering op 500 meter vanaf het meest zuidelijke doel onder een hoek van 70° 341 met de "rooilijn" (lijn waaronder geschoten werd). Voor deze "blinderingen" werden schuren ingegraven die eerst op het kamp in Bergen stonden en daar toen als magazijn werden gebruikt. Nu werden ze gebruikt als munitieopslagplaats, als observatiepost, voldoende hoog geplaatst om zicht op de doelen te hebben. Ook werd een inge graven schuur gebruikt als militair telegraafkantoor. Er waren vier mobiele telegraaf verbindingen aanwezig. Van de observatiepost naar de mortier, naar de Franschman en naar het kamp. Indien nodig konden er ook telegrammen verstuurd wor den via Bergen naar Alkmaar. Incidenteel vond er een munitie transport plaats. De burgemees ter van Schoorl moest hiervan in Mededeling Alkmaarsche Courant 28 juni 1891. Binnenlands nieuws "Kamp bij Bergen. Leveringen voor 100 a 200 man. Gegadigden voor de levering van ligstroo, brandhout, erwten, boonen en kruidenierswaren kunnen tot maan dag 29 juni namiddags 4 uren precies, schriftelijke prijsopgave inzenden aan den kapitein-ingenieur W. Badon Ghijben te Bergen. De voorwaarden liggen van zaterdagochtend after lezing in het 'Café Central' en de 'Nachtegaal' te Alkmaar en de 'Rustende Jager" te Bergen." In de Alkmaarsche Courant van 1 juli 1891 lezen we dat de leveranciers gevonden zijn: "behoudens nadere goedkeuring zijn den 29 als minste inschrijvers voor de leverancien voor het kamp te Bergen aangewezen, voor het brood: D. Kistemaker; vleesch, spek en vet: D.A. Luiting; aardappelen: Jb. N. Al; erwten, boonen, rijst enz.: T.G. van den Bosch; groenten: Geels, allen te Alkmaar. Voor het ligstroo Jb. Oldenburg Bergen." Cultuur historische Vereniging Scoronlo april 2004

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2004 | | pagina 14