Schrijver van bijgaande artikelen is oud-Schoorlaar Rense Royaards. Hij woonde indertijd in het voor Schoorlaars bekende huis genaamd 'Oorsprong' op de Bobbeleweg. Hij bracht er zijn kinderjaren door en heeft daarover een reeks van tien artikelen geschreven die vanaf 1996 gepubliceerd zijn in de NRC. Velen zullen deze cyclus niet in zijn geheel gelezen hebben. Reden genoeg voor Scoronlo er nu alvast twee van te plaatsen en in de toekomst nog enkele. Een toelichting van de schrijver over het huis en zijn bewoners. Het huis aan de Bobbeleweg waarin en rondom bijna alle verhalen spelen is ontworpen door mijn vader, de architect Cornelis Willem Royaards. Hij gebruikte voor de bouw materialen afkomstig van afgebroken huizen in de Jordaan. Als vlammend protest tegen deze afbraak werd er een loden doos, nu onzichtbaar, ingemetseld in de solide buitenmuur van het huis. Opdrachtgever van de bouw indertijd was mijn grootmoeder. 'Vrouwe Royaards-Sandberg' staat op de bouwaanvraag (22 april 1930, redactie) tot verbreding van de weg om bouwverkeer mogelijk te maken. Mijn grootvader leidde als acteur/regisseur/directeur de 'Koninklijke Vereniging Het Nederlands Toneel'. Hij stierf in 1929 dus voor de bouw plaatsvond en had van tevoren al aangegeven geen zin te hebben 'zich te begraven in deze verre buitenplaats'. Mijn ouders gingen na hun huwelijk in 1936 in het huis wonen. Daar werden ook zes van de zeven kinderen geboren. Dat er één van ons gezin elders werd geboren had te maken met de evacuatie uit Schoorl ten gevolge van de oorlog. Na het overlijden van mijn vader in 1970 werd het huis, eigendom van mijn grootmoeder, verkocht. Het is ontzettend vervelend dat de eerste koper van het huis de waardevolle (laat zestiende, begin zeventiende eeuwse) gekleurde tegels van de schouw eruit sloopte, zeker omdat reeds voor de verkoop de familie vond dat alles wat als ornamentiek in het huis aanwezig was 'n onvervreemdbaar deel uit maakte van mijn vaders ontwerp. foto: Rense Royaards

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2003 | | pagina 16