2£W ■SUÏcA n*G&n ~7L.7 °j cgxrtXey/rffH Gebruiksaanwijzing Hooipeilijzer Oisd^m P jtrn zullen dit onderzoek desnodig tenmin ste om de veertien dagen tweemaal moeten herhalen en voorts zo dikwijls als nodig mocht zijn (art. 2)". De hooistekers hielden in het algemeen de zaken goed in de gaten en bezochten de boerderij en regelmatig. Er waren boeren die bepaald niet stonden te springen om te gaan spitten. "Wanneer geweigerd wordt op bevel van de hooistekers hooi, hetwelk vol gens hun gevoelen te sterk broeit, of zodanig is dat ieder ogenblik ontvlam ming is te vrezen, te doen spitten, dan wel de hooistekers worden geweerd of geweigerd wordt het hooi te laten onderzoeken, zij zullen hiervan ter stond kennis geven aan de Burgemeester" (artikel 5). De hooistekers waren vrijwilli gers die zelf boer waren of een sterke boerenachtergrond had den. Het nut van de hooistekers werd in theorie volledig onder schreven maar in de praktijk gaf hun optreden soms aanleiding tot mopperen. Zoals dat gaat wordt bijna niemand graag gecontroleerd. Op 18 juli 1949 schrijft het dan bestaande corps hooistekers een brief aan het College van de gemeente Schoorl. Ze stellen dat de jaarlijkse vergoeding van 25,- uit de tijd is gelet ook op de toenemende werkdruk. Door gebruik van kunstmest werd vroeger gemaaid, was het gras malser en daardoor gevoeliger voor broei. Bovendien werd de hooitijd in de praktijk met twee maanden verlengd. Ze vragen beleefd om herziening van de wedde. Ook vragen ze om een onderzoek in te stellen naar nieuwe hooi-ijzers. Er zijn nu hooi-ijzers in de handel met een thermometer. Getekend: J. Delis jr., P. van der Oord Czn, J.G. Polle en A. van Lienen. Ook in de wereld van de hooistekers stonden de ontwikkelingen dus niet stil. Voorts is op personeelsgebied het volgende te melden. De heer K. de Boer schreef een sol licitatiebrief aan B en W op 16 juli 1953. Hij kreeg een voorlo pige aanstelling m.i.v. 14 juli 1953 omdat P. Delver zijn benoeming bij nader inzien niet aannam. Die vond namelijk de jaarwedde te laag die toen f 100,- per jaar bedroeg. Hij scheef dat hij minstens f 300,- moest krijgen, want daarvoor wilde hij het wel doen (niet wetende dat dit 50 jaar later aan de openbaarheid zou worden prijs gegeven). Aan J. Delis werd per 1 juli 1953 op medisch advies eervol ontslag verleend. Pieter van der Oord Czn. en A. van Lienen vroegen beiden ontslag wegens hun hoge leef tijd. Aan beiden werd per 1 juli 1953 eervol ontslag verleend. De gemeente was ingedeeld in vier rayons te weten Groet, Catrijp, Schoorl en Aagtdorp, met in ieder rayon een hooiste- ker. In de jaren zestig werd erop aangedrongen de hooistekers bij de brandweer in te delen. De Provincie, het College en de brandweer waren hiervoor. De JSiww Modri Mijdrecht" (Compos,. Sonde) «MhSdtt* do,o *w onder gericht te houaefc Vbor een nieuw* peiling moet de 'fietmoBietcrboutior afgeslagen of .tfgoslingettj irorden. wals een hoortsthennometor. Bij elk Instromen! worden 2 ïilvetstalen «asjes meegeleverd, hs de twee einden van elk verlengstuk bevindt tich een gat waarin de* -taalles pa»oo. Dere dienen om bij heI/losdraaien der ver- iengstukken meer kracht te kunnen zetten, in geval ze te stijf op elkaar zijn gedraaid. Bij gebruik van wat vet, zullen de staafjes echter niet nodig zijn. Raad was echter tegen en hield zijn poot stijf. Eén van de rede nen was de vrees dat niet- agrariërs benoemd zouden worden en dat die geen kennis van zaken zouden hebben. Op 1 maart 1970 werd het corps hooistekers opgeheven. De voor naamste reden was dat de brandverzekeringsmaatschappij en voor de boerderijen in hun portefeuille zelf hooistekers in dienst namen. Hooipijlijnen met thermometer Cultuur-historische vereniging Scoronlo Brandweer 1923-2000

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2002 | | pagina 34