Het brandweerlied De Schoorlse brandweer kende een eigen brandweertied. Het is geschreven door de dames Nel Wittebrood en Wil Limmen en werd altijd op feestavonden van de brand weer gezongen. De ontstaansgeschiedenis komt voort uit de uitwisseling die Schoorl had met Eschenhausen in Duitsland en waar de Duitsers een scala van liedjes had den, kwamen de Schoorlaars niet verder dan het liedje "Potje met vet"! De melodie is ontleend aan het lied "Wien bleibt Wien". Het lied is niet meer in gebruik. De brandweer van Schoorl, die is altijd paraat, Paraat zijn de mannen 't zij vroeg of 't zij laat. En is er alarm ook in het nachtelijk uur, Dan zijn alle mannen heel spoedig bij het vuur. En is ons korps dan weer eens op de vuurzee af, Blijft geen man meer achter en is niemand laf. Vechten wij voor het behoud van huis en haard, En weten niet van wijken tot het vuur bedaart. Als er vuur is te bespeuren, Moet het weer heel snel gebeuren. Refrein: water in 't vuur te geven, Dat is ons lust en ons leven. Ja, daarvoor komen wij steeds bij elkaar, Staan wij altijd voor iedereen klaar. Water in 't vuur te geven, Dat is ons lust en ons leven. Is 't leven van een mens of dier soms in gevaar, Dan staat het korps als één man klaar. Ons dorpje, het ligt aan de mooie Noordzeekust, Het is ook met prachtige duinen uitgerust. Het brengt in de zomer toerisme met zich mee, Ze trekken door duinen en naar de wijde zee. Door al die mensen in de duinen en het bos, Breekt zo af en toe de rode haan weer los. Maar dat is dan voor ons korps ook geen bezwaar, De brandweer rukt weer uit: die staat ook hiervoor klaar. Als het vuur dan is gesust, Wordt de binnenbrand geblust. Refrein

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2002 | | pagina 30