cursusmateriaal sterk verbeterd. Voor de opleiding van hoofd brandwacht moest men de al eer der gedane cursussen nog eens herhalen. Aan de bevelvoering werd apart aandacht besteed; dit was toen iets nieuws. Ook kreeg ceremonieel optreden aandacht. De exercitie werd geoefend. Naast praktische oefeningen kreeg de theorie meer attentie. Welke middelen moeten waar gebruikt worden! Het geven van theorielessen is een apart vak. Er waren instructeurs, voor de rest uitstekende brandweerlui, die gewoonweg het theorieboekje met krijt op het bord overkalk- ten. Later, met flanelborden en opplakzinnen kwam ook hier een ontwikkeling op gang. Tussen 1983 en 1990 werden de theorieboeken de nodige keren aangepast en waar nodig geheel herschreven. Er werd ook veel theorie besteed aan adembescherming, waarbij de longen uitgebreid aan bod kwamen. Het was dus ook nodig te oefenen met perslucht en het geblinddoekt opzoeken van objecten en het aftasten van kamers en dergelijke. Met de introductie van het "porto-power" gereedschap moest ook met dit materiaal geoefend worden. Dus theorie over de praktijk. Hier kwam het nodige bij kijken: takelen, aan dacht geven aan het stabiel neer leggen van materiaal, het sprei den en knippen in bijvoorbeeld staalplaat (auto's) en het gebruik van het luchtkussen, kortom de lessen stapelen zich op. De hoofdcursus duurde zo'n 26 weken en werd afgesloten met een examen. Het vak van brandweerman is er ingewikkelder op geworden. Men wil niet meer voor verras singen komen te staan. De veilig heid van eigen personeel en van slachtoffers moet zoveel mogelijk gewaarborgd zijn. Kennis van alle mogelijke blusmiddelen, wanneer te gebruiken, hoe om te gaan met gevaarlijke stoffen, wat te doen bij rampenbestrijding; al deze zaken komen in de oplei ding uitgebreid aan de orde.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2002 | | pagina 29