Keuren, kleden en
"Het lichaam en de geest van de brand
weerman en vrouw in actieve dienst moet
aan hoge eisen voldoen. Men moet werk
verrichten bij hitte, koude en vaak ook met
natte kleding. Het brandweerpersoneel moet
in staat zijn lang te staan, hard en soepel te
lopen, te kruipen, springen, klimmen, even
wicht te behouden en zware lasten te
dragen". De eisen zijn precies omschreven.
Dat past bij deze tijd. Ze zijn opgesteld door
de Rijks Bedrijfsveiligheid en
Bedrijfsgeneeskundigedienst (RBB).
Hoofdbrandwacht
Jan Wittebrood
in vol ornaat bij de
overhandiging van de
Staf in 1971
Men kan zich voorstellen dat die eisen er vroeger niet
waren. Als je vond dat je niets mankeerde en anderen
vonden dat ook, dan was je geschikt voor het korps.
Dat veranderde met de regel dat voortaan een keuring
door de huisarts nodig was. Oud-brandweermensen
weten nog dat een paar diepe kniebuigingen, een klopje
op de gewrichten, luisteren naar de longen en een paar
vragen als: "hoe voel je je?" en "hoe gaat het thuis?" vol
stond. Als de dokter de antwoorden daarop beviel had
het korps er weer een brandweerman bij.
Bij de huidige GGD keuringen gaat het er heel serieus
en ook veel uitgebreider aan toe. Het leven van de
brandweerman is er zwaarder op geworden. Wat bij
voorbeeld te denken over het gebruik van een perslucht
masker dat twintig minuten onder zware omstandig
heden moet worden dragen? En de vaak lange werk
tijden, vaak 's nachts en soms lang en ononderbroken.
En de confrontatie met gewonden bij verkeers
ongelukken. De man of vrouw moet het toch maar
kunnen volhouden!
Daarom is tegenwoordig een goede keuring nood
zakelijk. Niet alleen voor de man zelf, maar ook voor het
korps. Men moet er van elkaar op aan kunnen dat men
z'n mannetje kan staan.