Nazorg brandweerpersoneel na hulpverlening In het midden van de jaren zestig kreeg de brandweer naast de brandbestrijding ook meer met hulpverlening (HV) te maken. In het begin was men daar niet voor uitgerust. Op de voertui gen van Schoorl en Groet was aan hulpverleningsgereedschap niet veel meer dan een powerlift, een stootijzer, wat stophout en kettingen. Daar is nu verandering in gekomen. Door het aspect hulpverlening kwam er ook meer aandacht voor de verwerking van de indrukken die de brandweerman na zo'n hulpverlening met zich meenam. Daar was eigenlijk nooit veel aandacht voor. De brandweerman was en is toch een persoon die gericht is op steun verlenen, hulp geven, het gevaar bedwingen. Politie en brandweer worden vaak in één adem genoemd. Zij scheppen weer orde in een chaossituatie. Daar hoort ook bij dat men zich niet kan laten gaan. Zelf ver werken, zo deed men dat. De brandweerman kan zijn emoties toch heel goed de baas, zo was de opvatting. En zeuren past niet in de toch wel wat stoere mannencultuur. Maar het zijn er maar weinigen die in alle gevallen even gemakkelijk kunnen zeggen: "gebeurd is gebeurd". Het past ook niet bij het "karakter". Het liep dan ook wel eens spaak. De politie pakte dit als eerste op. De opkomende nazorg kreeg als naam "trauma verwerking". In 1989 kreeg Schoorl de beschikking over een voertuig, die door zelfwerkzaamheden van de manschappen, in het geheel als hulpverlenings voertuig werd geïnstalleerd, om "normale klussen" te klaren. Voor de zwaardere gevallen kon hulp uit de regio worden gevraagd. Meer adequate hulp kon nu verleend worden en ook als de klus geklaard was vond men het inmiddels normaal dat de mensen voor een nabespreking in de kazerne bij elkaar kwamen. In de jaren negentig verdween het vrijblijvende karakter van de nazorg. Er werd regionaal afgesproken dat alle disciplines na afloop van "het incident" bij elkaar komen voor een gezamen lijke nabespreking. Hierbij zou dan door de commandant moe ten worden gesignaleerd wie van het personeel het er moeilijk mee had of zou krijgen. De commandant had dan de taak hier iets aan te doen. Midden jaren negentig werd duidelijk dat ook commandanten het hier nogal eens moeilijk mee hadden, met name bij gebeurtenissen binnen hun korps. Daarom werd een cursus "verwerking traumatische ervaring" opgezet waar alle korpsen uit de regio enkele bevelvoerders naar toe stuurden. Het gevolg is dat nu in een vroeg stadium een beter inzicht ont staat wie en in welke omstandigheden, vatbaar is voor proble men bij een ingrijpende verwerking. Thans is het zo dat er door de regio een contract is afgesloten met een instituut dat landelijk, vierentwintig uur per dag, pro fessionele mensen kan leveren die bij trauma verwerking kun nen helpen. Zo is er ook op dit gebied veel verbeterd in de loop der jaren.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2002 | | pagina 20