Drie vrouwen van
oud-brandweermannen
Drie vrouwen geven hun mening over hoe zij het ervaren met een oud
brandweerman getrouwd te zijn.
Wellicht herkennen andere vrouwen zich in dit verhaal.
Kunt u vertellen wat er gebeurde als
de sirene loeide?
"Als hij de sirene hoorde vloog
hij het huis uit. Of dat nu
's nachts of overdag gebeurde.
Het was dan bij ons net circus.
De buren stonden vaak voor de
ramen te kijken. Zeker toen onze
zoon ook bij de brandweer was.
Dan vlogen de deuren open of ze
kwamen aangerend. En bij de
achterdeur hield ik zijn brand
weerbroek gereed. De broek zat
aan de laarzen en hij sprong erin,
jas aan, helm op het hoofd en
dan, rennen! Ja en even later wij
er achteraan om te kijken waar
de brand was.
Als je eens een keer thuis
kwam en alle deuren stonden
open dan wist je dat er ergens
brand was. We hebben het een
keer gehad dat hij zo wegrende
met de pan nog op het vuur. Als
de sirene ging was er niets meer
belangrijk. Dan stond hem nog
maar één ding voor ogen: blus
sen".
En verder: "als het alarm
's nachts ging dan begon ik al
met "rustig, rustig"! Ik was altijd
bang dat het een keer mis zou
gaan. Want zo slaap je nog, en zo
spring je plots het bed uit. Je
kunt daar niet goed van worden.
Hij liep als een bezetene door het
huis. Ik ging dan zelf vlug naar
de garage om de deur open te
maken. Hij kon dan zo
wegrijden."
Zij "Eén van mijn zorgen was
het pad vrijhouden. Vooral in het
seizoen met al die kampeerders.
De fietsen en auto's staan dan
constant in de weg. Die mensen
snapten er vaak niets van. Je
moet dan als brandweervrouw
die mensen wegsturen zo van, ga
weg. Als er ergens brand is dan
moet het pad vrij zijn! En als ze
dan niet weggingen vroeg ik of
ze wel eens thuis brand hadden
gehad en dan drong het eindelijk
tot ze door. Er is een zomer
geweest dat er aldoor brand was
in het duin. We zaten in de tuin
met het brandweerpak naast de
stoel. Vreselijk was dat. Eén keer
had hij zelfs zijn pak nog niet
eens uit toen hij al weer moest
gaan. Er is een tijd geweest dat
het zo erg was dat de auto con
stant zo geparkeerd stond dat hij
onmiddellijk weg kon rijden. Het
zit er bij mij nog zo ingebakken
dat ik de gasten nog altijd weg
stuur als ze bij ons de auto par
keren."
De ander: "Bij ons was het
altijd zo dat ik zeker één keer in
de week achterom liep over het
paadje waar hij altijd langs liep.
Ik ging dan kijken of er geen kin
derspeelgoed of andere rommel
lag. Als ze er dan 's nachts in het
donker uit moesten dan brak je
tenminste niet je nek over de
rommel. Later kwam er een bui
tenlicht aan de schuur, dat was
meteen een stuk veiliger."
Werden jullie ook op andere manie
ren ingezet?
"Oh ja. Als de mannen weg
waren dan luisterden we naar de
scanner en dan hoorde je wat er
aan de hand was. Bij het blussen
van hooibroei bleven ze lang in
de weer. Na zo'n anderhalf uur
gingen we met een paar vrou
wen koffie zetten, broodjes
maken en soms maakten we ook
nog een blik erwtensoep open.
De mensen maakten zelf ook wel
koffie maar heel vaak waren ze
overstuur. We zetten alles in de
keuken bij de mensen op het
aanrecht. En dan komt daar een
man binnen, die loopt naar het
aanrecht, trekt zijn sokken uit,
stopt zijn voeten in de gootsteen
en zegt: "eerst mijn poten was
sen!" Zo vlak naast ons pannetje
soep! Dan sta je toch even raar te
kijken. Tegenwoordig zetten de
mannen zelf koffie. Dan gaat er
één naar de kazerne waar ze nu
meer apparatuur hebben."
Stonken de mannen erg als ze terug
kwamen
"Ja, ze stonken zeker. Vooral
wanneer ze van hooibroei thuis
kwamen. Maar de kleren gingen
in de garage al uit en meteen de
wasmachine in. Als ze 's nachts
uitreden dan hadden ze onder
hun pak de pyjama nog aan.
Dat was wel makkelijk, dan hoef
de je alleen maar de pyjama te
wassen."
Cultuur historische vereniging Scoronlo Brandweer 1923-3000