Het dorpsbestuur in Schoorl onder het oud bewind Hieronder volgt een beknopte beschrijving van het dorpsbestuur zoals dat gegroeid is tot het jaar 1795. Het bestuur van voor de Franse revolutie wordt veelal aangeduid met de term Anctien regime. Tegen woordig wordt dit in goed Neder lands ook wel genoemd het oud bewind. Onder bestuur wordt hier mede begrepen rechtspraak en wet geving. Onder het oud bewind was ertussen dit alles geen principieel onderscheid. De oudste tijden Na de troebele tijden van volksver huizingen en vikinginvallen komt Schoorl in de 11e eeuw tevoor schijn als een niet onbelangrijk dorp. Blijkens een in het latijn gestelde akte uit het jaar 1094 van bisschop Coenraad van Utrecht is Schoorl een zelfstandige parochie met nevenvestigingen in Bergen, Noord- en Zuid Scharwoude en Oudkarspel (ecclesia in Scoria cum nn appendiciis capellis). De kerk te Schoorl wordt ook de moe derkerk van de vier andere genoemd. Een uitgestrekt land goed (villa) dat Noord- en Zuid Scharwoude en Oudkarspel omvatte, ontleende zijn naam (Sorlewalth) aan Schoorl. In die zelfde 11e eeuw was de graaf van Holland doende zijn gezag in deze streken op te bouwen. In 985 had de Duitse keizer Otto III hem Kennemerland en Texel in volle eigendom gegeven. Naar toenma lige opvatting betekende dit dat het volledige overheidsgezag bij hem berustte. Dit vond evenwel zijn beperkingen in oude gewoon tes en in concessies die de graaf, onder de bemaming privileges, uit eigen belang of door omstandig heden gedwongen, aan zijn onder danen deed. Die privileges werden schriftelijk vastgelegd en door de onderdanen zorgvuldig bewaard. Tot aan de afloop van het oud bewind in het jaar 1795 hebben deze middeleeuwse stukken de externe en interne gezagsverhou dingen van het dorp (ook wel aan geduid als banne of ambacht) voor en groot deel bepaald. De stukken waarin de door Schoorl verkregen privileges beschreven waren, zijn ten tijde van het beleg van Alkmaar verloren gegaan. In die tijd is er op het platteland veel geplunderd en brand gesticht. In 1661 heeft Schoorl zich voorzien van afschriften van zijn oude privileges aan de hand van de stukken die zich bevonden in het grafelijke archief te 's-Gravenhage. Het berustte onder de Staten van Holland. De in 1661 aangelegde bundel van privileges lopende van 1148 tot 1492 is nog intact en bevindt zich in het Regionaal Archief te Alkmaar. De Schoorlse privileges. De eerste geschreven regelingen Het oudste privilege van Schoorl dateert uit het jaar 1148. Daarin werd bepaald dat er in Schoorl vijf schependommen waren t.w. Aagt dorp, Straat, Buiterduin, Catrijp en Bregtdorp. Elk schependom droeg een schepen voor en door of namens de graaf werden schepe nen benoemd. Zij vormden samen met de schout, die een vertegen woordiger van de graaf was en die de vergaderingen van schepenen voorzat, het dorpsbestuur. In Schoorl gingen zij ook over het dijkwezen ('tevens heemraders opten dijck'). Hargen en Camp behoorden aanvankelijk tot Petten, doch zijn, nadat zij door overstro mingen daarvan geïsoleerd waren geraakt, in 1401 bij Schoorl gevoegd. Sedertdien sprak men veelal van Schoorl en Camp en waren er zeven schependommen. Groet was een afzonderlijk ambacht. Met betrekking tot de Schoorlse privileges is het jaar 1401 van groot belang. Toen heeft hertog Aelbrecht aan de inwoners van Schoorl uitdrukkelijk de privileges van Kennemerland toegekend. ('De buren van Schoorl zullen hebben alle rechten en vrijheden als onse ondersaten van Kenne- merlant'). Op het eind van de 13e eeuw waren de Kennemers in opstand gekomen tegen de ambiti euze graaf Floris V. Zij hebben hem in 1291 genoodzaakt tot het toekennen van een uitgebreid pri vilege, dat in 1322 en 1334 nog is verduidelijkt en vermeerderd. Het privilege van 1291 met de ver meerderingen bevinden zich in de privilegebundel van Schoorl en vormen daar de kern van. De belangrijkste punten zijn de vast legging van de heervaart (dienst plicht), de verkiezing van de sche penen en de bepaling dat de graaf in beginsel geen morgengeld (belasting) kon heffen zonder instemming van de ingezetenen. Verder was in het privilege van 1401 de keurbevoegdheid van de schepenen vastgelegd ('schepenen mogen keuren nae des lands oirba- er'). Ook was vastgelegd dat de inwoners van Schoorl gratis voor de schepenbank konden procede ren ('geen buurman zal daghpen- ning geven als hij recht te doen heeft'). Dit alles is in Holland een vrij algemeen stramien van de relatie tussen graaf en onderdanen geworden. De positie van de ste den lag nog sterker. Het is duide lijk dat de manoevreerruimte van de landsheer niet groot was en dat er met compromissen geregeerd moest worden. Cultuur-historische Vereniging Scoronlo 2000-21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2000 | | pagina 8