De gevolgen van de oorlog van 1799
Het gewone leven in Schoorl en omgeving zal ruw worden verstoord als op 27 augustus 1799
Engelse troepen landen tussen Groote- en Kleine Keten
Zij gaan gevechten aan met de hier
gelegerde Bataafse legers onder
Daendels. De laatste later aange
vuld met Franse troepen onder de
generaal Brune. Het doel van deze
operatie is de bevrijding van ons
land van de Franse onderdruk
king. Door inschattingsfouten zou
die bevrijding echter heel anders
uitpakken. Ter versterking van de
Engelsen landden op 11-18 sep
tember Russische troepen bij Den
Helder. Het zijn deze Engels-Rus
sische en Gallo-Bataafse legers die
voornamelijk in Noord-Holland
slag zullen leveren.
Eerst nu het verhaal van een tijd
genoot. De schout van Groet,
Cornelis Blom schrijft hierover aan
J.J. Sadelijn, ambachtsheer van
Groet en wonende in Utrecht.
Mijn Heer en Vrind
Zende hiernevens een notificatie.
Hope dat deze Uwe in een volmaakte staat van gezondheijd zal aantreffen gelijk
deselve van ons is afgegaan.
Want God zij dank Die ons tot hiertoe bij het leven en gezondheijd heeft
gespaard.
Dog wij zijn door de ramp des oorlogs van alle onze goederen af tot een swavel-
stok toe, uijtgenoomen Landerije die deels geinnundert zijn door het door-
graaven van Dijkagien en verbranden der watermoolens. De eerste slag is
geweest bij de Helder op het buytenveld, den 21e Aug-s., de tioeede den 10
Sept. de derde den 19e Dito en de vierde den 2e October alle hier tot Alkmaar
toe, welk 3 laatst genoemde slaagen te Groet en Schoorl in het bijzonder op het
aller gedugtigs zijn geweest.
De burgeren hebben moeten vlugten sommige zijn zoo bij ongeluk als ook,
enkele moorddaadig dood geraakt al ruijm 20 int getal te Schoorl en Groet, in
welk ongelukkig lot mijn broeder Pieter Blom en mijn
swager Floris Cuijper hebben gedeeld.
Tot Schoorl zijn 23 huijzen en tot Groet 7 huijzen 3 boete en de
watermoolens finaal in de ash gelegt, waaronder mijne is begrepen en voor het
overige is het hier een akelige toestand.
De kerke van Groet en Camp, Raad- en School huijzen beneevens ander
huijzen zijn deerlijk uijtgesloopt, het heeft zoo woest gegaan om zoo te spreeken
datter geen duur offenster is regt gebleeven, ik heb 9 weken absent en onder de
Engelse geweest, nits ik de vlugt met mijn wijf en kinder in de Zijp
heb genomen.
Ik woon tans in een vooreijnd van het huijs van Hendrik Gutker te Hargen tus-
schen Groet en Camp.
De slag van 10 Septb. stond ik met mijn huijs net in de linie tusschen het vuur
van de 2 vijanden in, de Franse bezuijden en de Engelse benoorden mijn huijs.
's Morgens om half 4 uere begon het vuur en duurde tot 12 uere toe en wij kon
den niet weg komen, doe heb ik met mijn geheel huijsgezinne dien tijd kwaad
geleegen in het onderhuijs agter de hooijberg en aldaar het vuur doorgestaan
met benauwdheijd. Want het daaverde om en door het huijs van de snaphaan en
kanon koegels.
En dien avond ook beneevens de watermoolen en 't moolenhuijs in brand
geraakt met agterlaaten van alle onse goederen. Wij kreijgen alhier op order van
het departementaal bestuur van Texel brood en vlees 't welk meest alle de
gevlugte burgeren doet binnenkomen.
Verder worden dan nog zaken de predikant en de schoolmeester
betreffende behandeld. De brief eindigt met:
"Ik blijf met haast na minzaame groete en agting, ook van mijn vrouw en
kinderen, God geeve ons vreede, wij weeten nu hier wat oorlog is,"
Groet de 24 Mijn Heer en vrind
Dezember 1799 Uwe dienaar en vrind
Cornelis BI
Cultuur-historische Vereniginc Scoronlo 2000-21