I ffoJ* ffey/jgM \p-0tj-c mmc een kapperszaak, daar zaten Jaap Bouwen en Ma de Nijs in. In, wat nu een oud schuurtje is, werd je voor twee en een halve cent geknipt. Jaap en Ma, zorgden ook voor de burenbleek op de Kerk brink, ze hadden er de burenkuil voor het drinkwater en voor het waswater." Wat was dat, een burenkuil en de burenbleek? De burenkuil was een kuil van ongeveer 5 m. lang en 5 m. breed en l1 2 m. diep. Op de kant van de kuil was een boenstoepje gemaakt zodat de vrouwen daarop konden knielen om zo hun kleren te was sen. Het water kwam vanzelf in de kuil, dat was het drangwater uit het duin. Het duinwater stond toen hoger dan nu. Als je vroeger een gaatje groef van 50 cm. diep, had je al water. Als je zelf geen water had ging je naar de buren kuil. De kuil werd alle jaren schoongemaakt, dan werden de bladeren met harken en dergelijke eruit gehaald en verder kwam er nieuw zand in. In de zomer speel den de kinderen er wel eens in. Er was nog een kuil, daar achter bij de paardenman, Peter Zijp, die kuil werd niet goed onderhouden. Later kwamen er pompen, en waterleiding. De burenbleek was het grasveld op de Kerkbrink. De kleren die wit moesten worden, werden op het gras gelegd om in de zon te bleken." Hoe oud was je toen je naar school ging. „Ik ging van mijn zesde tot mijn veertiende naar school. Ik ging op school in Catrijp, we hadden vier weken vakantie. Dat was voor mijn moeder een rottijd, met al die kinderen. Wij werden wel eens met de badgasten meegestuurd naar zee. Op het strand had je toen nog geen voorzieningen, alleen de trap naar beneden. Pas later kwa men er twee strandpaviljoens, één van Minkema en één van Harrie Groothof. In 1950 op 25 april is de tent van Harrie weggespoeld. Het stormde en hagelde, het was vrese lijk weer. Ik weet dat nog goed omdat op die dag mijn oudste dochter werd geboren. Mijn vrouw lag in Alkmaar in het ziekenhuis, daar ging ik op de fiets naar toe. Op de weg terug ging ik nog wel eens een pilsje drinken bij Jan Ruiter Daar lagen overal briefjes, met daarop geschreven: door wind en water geveld, door noeste arbeid hersteld. Onderte kend, directeur Harrie Groothof. Daar stond een collectebus bij." "Maar nog over de school; we gin gen op schoolreisje met de boeren wagen. De kleinste naar Bergen, en de grotere al heel naar Egmond. Er was hier verder niks te doen. Op school hadden we een voetbal elftal, dat heette; de Catrijpse Boys Piet en Jaap Berkhout waren daar bij, verder weet ik het niet." Wat deed je na je schooltijd? „Meteen na school ging ik werken, eerst bij mijn vader in het schil dersbedrijf. Je begon 's morgens om 7 uur tot 6 uur in de avond. Ik kreeg twee kwartjes zakgeld in de week, andere jongens hadden soms twee gulden. Als ik met de jongens uitging had ik nooit geld, ik ben toen bij een ander gaan wer ken. Bij het Catrijper zandduin had je een theetuin, daar kochten we een gevulde koek en een kogel flesje cider. De kogel in het flesje hield het koolzuur tegen, als je de kogel naar beneden duwde kwam het koolzuur vrij, als je niet goed oplette spoot het uit het flesje. Dat we wat ouder waren gingen we naar de kroeg. Daar waren er nogal wat van. Je had aan de Hargervaart de winkel annex kroeg van Klaas Kager. Daar kwa men de boten voor het zand. De schipper kocht daar zijn bood schappen en dronk een borrel om de tijd te bekorten, de boot zand de baas een borrel. Dan had je het waar nu Marees woont dat was een café voor de katholieken. Het café van Klaas Meerenboer was voor de protestanten. Op maan dagmorgen op klompen naar de kroeg, op maandag werd er veel gevochten met de lui uit Warmenhuizen, om de meiden. In Warmenhuizen had je niet te kommen, altijd vechten werd dat." Waren er ook nog gebruiken, dingen die je deed omdat dat zo hoorde die nu verdwenen zijn? „Vroeger als er iemand uit Cam perduin werd begraven dan gin gen de luiken dicht. Het maakte niet uit of je protestant of katholiek was. Als ze dan voorbij waren gin gen de luiken weer open. Ze wer den op een driewieler kar gereden, naar Catrijp of naar Schoorl. Soms gebeurde het als ze langs een kroeg kwamen dat ze stopten om een borrel te drinken of tien over rood te spelen. Zo werd er altijd Voorgrond: Bakkerij de Zeeuw nu fam. Gordeau, daarna, niet zichtbaar het 'Armenhuis'. Dit huis werd in drieën bewoond. Op de achtergrond de woning van de fam. Marees. Cultuur-historische Vereniging Scoronlo '99-20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 1999 | | pagina 15