Gesprek met een geboren Groetenaar:
Joop Druyven
Vertellen, dat kan hij als de beste, van vroeger en hoe het toen was en van die en die.
We zitten in het zomerhuis; verhuren doet hij alleen nog maar aan oude gasten. Joop Druyven,
80 jaar oud, wandelaar en tuinman en als het nodig is huisman.
Joop is geboren in Groet, op 30 mei
1919. Zijn geboortehuis stond op
de hoek van de Wagenmakersweg
en de Heereweg. In dat huis was
vroeger een wagenmakerij. Nu
staat daar het huis van Jan Veter.
In 1950 verhuisde Joop naar de
Voorweg en in 1958 ging hij weer
terug naar Groet. Sinds die tijd
mijn vader in een huis, dat komt
zo. Toen mijn vader en moeder
trouwden hadden ze gebrek aan
een huis. Mijn ome Willem en ome
Bertus woonden in een huis, dat ze
huurden van burgemeester Peeck.
Ome Willem had vroeger bij de
burgemeester gewerkt, zodoende
konden ze dat huis huren. Mijn
moeder had meteen drie grote
kerels in huis. Dat ging vroeger
wel vaker zo. Vroeger waren de
mensen op elkaar aangewezen, op
burenhulp en familie. Ze waren
echt arm. Mijn grootvader had
een ongeluk gehad bij de bouw
van de kerk in Catrijp, die kerk is
nu afgebroken. Hij is daar toen uit
de toren gevallen en brak daarbij
zijn heup. Hij is aan de gevolgen
gestorven, want je kwam toen niet
meer overeind.
Hij is 35 jaar geworden.
Mijn grootmoeder bleef achter met
drie kleine kinderen en je moest
maar zien hoe je aan de kost
kwam. Daar tegenover, waar nu
de boerderij van Van Assem is,
daar woonde een Rozendaal,
ouwe Kees Rozendaal, ik heb hem
niet gekend. Bij Rozendaal mocht
mijn grootmoeder in de huishou
ding helpen, en de melkbussen
boenen. Ze kreeg daarvoor per
week een klontje boter of kaas of
een brood, geld kreeg ze niet, je
kreeg van de bedeling."
Zag Groet er anders uit toen je nog
jong was?
Ja, bijvoorbeeld waar nu de
slagerij van De Ruijter staat, stond
vroeger een huisje dat ook van de
familie was, daar woonden mijn
grootouders. Mijn grootmoeder
kwam later bij ons in huis. Mijn
vader heeft het huis met de
druifjes op de Kerkbrink nog
gebouwd en het huis waar ik nu in
woon. Toen we het huis verbouw
den zag ik op een balk zijn naam.
Voor mijn huis heeft indertijd nog
een dubbel woonhuis gestaan,
daar weet ik niet meer van.
Vlak bij de kerk stond nog een
kroegje met de mooie naam 'De
Vergulde Aap'.
Op zondag na de kerkdienst werd
er wat gehandeld en nogal eens
een borrel gedronken.
Het toerisme begon toen ik een
kleine jongen was. Ik mocht mee
naar het strand met de gasten van
Jan ten Boekei. Ten Boekei had een
oude boerderij gekocht van Piet
Daalenberg, Piet was een zoon van
Gert. Ten Boekei was timmerman.
Hij maakte van zijn boerderij het
eerste pension van Groet. In het
pension was ook een winkeltje. In
de Sinterklaastijd was er een Sin
terklaastafel voor het raam, dat
was mooi. Op die tafel lag van
alles; pinda 's, zakmessen, fluitjes
en toen is de boerderij vlak voor
de Sinterklaas in brand gevlogen.
Wij zochten of er nog iets was dat
de brand had overleefd, zoveel
kreeg je niet in die tijd en ook
verbrande pinda's smaken lekker.
Dan had je nog het armenhuis
naast de kapsalon van Sieb Laan.
Het armenhuis is nog door mijn
ooms gesloopt. Later is daar het
huis gekomen van Vegter, de
politieman. Op de Kerkbrink waar
Bram Kooy nu woont, had je nog
woont hij op de Kerkbrink in het
huis de 'De Baai'.
Joops vader was een Groetenaar,
hij werkte als uitvoerder in een
schildersbedrijf.
Grootvader Druyven was aanne
mer en timmerman in Groet. Hij
had een werkplaats, waar nu de
Oude Voetpomp staat. Joop is
getrouwd, heeft twee kinderen en
drie kleinkinderen.
Joop, zullen we maar bij het begin
beginnen
„Ja, eerst mijn vader en moeder, ze
woonden met twee broers van
Cultuur-historische Vereniging Scoronlo '99-20