Oude instrumenten
10
Bovenstaande foto toont drie instrumenten uit de dier
geneeskunde. Deze werden gebruikt in de negentiende
eeuw. Het grootste voorwerp is een slaghout of klopper.
Het is gemaakt van palmhout op een draaibank. In het
Westfries wordt dit een leithout genoemd. Aan de dunne
kant is het slaghout hol en kan het afgesloten worden
met een houten stop. In deze holte werden zilveren
spelden opgeborgen. Een voorbeeld van een speld ziet u
eveneens op de foto.
Een ander instrument op de afbeelding is een vlijm.
Een vlijm werd gebruikt om een aderlating te verrichten
bij bv. een paard of een rund. Wanneer werd er besloten
besloten tot een aderlating? In de tijd van de vlijm en het
slaghout was er nog weinig bekend over ziekteverwek
kers. Men beschouwde "kwade stoffen, vuile lucht,
overdreven verhitting, te felle afkoeling of de worm
ergens in" als mogelijke verwekkers. De aderlating was
een van de belangrijkste therapeutische mogelijkheden,
naast het gebruik van laxantia, braakmiddelen of het
brandijzer. Met een aderlating dacht men de "kwade
stoffen" te doen verdwijnen en het lichaam te activeren
om meer weerstand te bieden.
De aderlating verrichtte de dierenarts meestal aan de
halsslagader. De haren van het dier werden ter plaatse
natgemaakt en gladgestreken, waarna met de vingers
nauwkeurig de ader werd gezocht. De stand van de vlijm
en de slag met het hout waren van belang. Wanneer
afhankelijk van de kwaal bloed was afgenomen, werd de
wond met een speldhechting gesloten, die dan met een
haar uit de staart van het dier werd afgebonden.
De vlijm wordt niet meer gebruikt, maar heden ten dage
vindt u het woord nog terug in het bekende
"vlijmscherp". Sommige oudere veehouders die consta
teren dat lammeren spastische bewegingen maken,
snijden een stuk van de staart af. Er moet dan een flinke
bloeding ontstaan. Deze ingreep wil wel eens thera
peutisch werken. Als men dit niet doet, dan gaat het lam
zeker dood.
H.J. Snip
Instrumenten uit collectie K. van Lienen en H.J. Snip.
Met dank aan E. J.J.C. van Oostveen, dierenarts.
Bron: Moons M.A. Praktijk in de jaren 80 van de
negentiende eeuw.
Diergeneeskundig Memorandum 1987; 34: 216-223